Categoriearchief: rechtspraak

Het ‘Verloren kerkhof’ in Groenlo, bedreigd erfgoed tussen de oude en nieuwe N18

De poort die toegang geeft tot het 'Verloren Kerkhof' aan de huidige N18 te Groenlo, op de grens van de voormalige gemeenten Groenlo en Eibergen, maar in het stadsschependom gelegen. De nieuwe N18 wordt over de voormalige vuilstort (op de foto op de achtergrond) aangelegd.
De poort die toegang geeft tot het ‘Verloren Kerkhof’ aan de huidige N18 te Groenlo, op de grens van de voormalige gemeenten Groenlo en Eibergen, maar in het stadsschependom gelegen. De nieuwe N18 wordt over de voormalige vuilstort (op de foto op de achtergrond) aangelegd.

In september 2016 begint de aanleg van de nieuwe N18 tussen Groenlo en Enschede. In dat kader wordt nu al een archeologisch onderzoek bij Groenlo uitgevoerd. Eén van de terreintjes waar tot nu toe weinig belangstelling was, betreft het terrein aan de huidige N18 tussen Groenlo en Eibergen tegenover de benzinepomp aldaar.

Detail van een topografische kaart uit 1935, rondom de huidige N18 en de voormalige spoorlijn. In de onderste helft wordt de begraafplaats aangegeven. De onderbroken lijn erboven is de oude gemeentegrens tussen Eibergen en Groenlo.
Detail van een topografische kaart uit 1935, rondom de huidige N18 en de voormalige spoorlijn. In de onderste helft wordt de begraafplaats aangegeven. De onderbroken lijn erboven is de oude gemeentegrens tussen Eibergen en Groenlo.

Een ander deel van het bewuste terrein is in het verleden als vuilstort van de gemeente Groenlo in gebruik geweest. Het westelijk deel van dat terrein, dat direct grenst aan het fietspad langs de N18, staat op oude(re) kaarten te boek als begraafplaats. In de volksmond is dat terrein bekend als het ‘Verloarne Karkhof’, ‘verloren kerkhof’. Een poort in het hekwerk geeft er nog toegang toe. Op diverse topografische kaarten vanaf de negentiende eeuw wordt het terrein aangeduid als ‘Begraafplaats’, op andere kaarten staan er alleen kruisen ingetekend.  De nieuwe N18 gaat, als je hem op deze kaart zou projecteren, geheel parallel lopen aan de huidige weg.

‘Verloren’ kerkhoven zijn op meerdere plaatsen in het land te vinden, o.a. in Bilthoven en Roermond. Het woord ‘verloren’ heeft geen betrekking op een kerkhof dat ‘kwijtgeraakt’ is, maar heeft vooral betrekking op de ‘verlorenen’ die er in een anoniem graf begraven werden en voor wie op in de gewijde grond rondom de oude kerkgebouwen en in de 19de eeuw, op de vooral iets vóór 1830 aangelegde, nieuwe begraafplaatsen, geen plek was. Op deze begraafplaatsen werden heidenen (ongelovigen), terechtgestelden, zelfmoordenaars, zwervers en zelfs ongedoopte kinderen begraven.

Detail van de 'landweerkaart' van Nicolaes van Geelkercken, uit de periode 1628-1656. Het noorden is onder. Groenlo, met het bekende silhouet is boven. Naar beneden, op de kaart links van de weg naar Eibergen, is de (Grolse) galg afgebeeld. Verder vinden we er de 'Hupseler Beeck', de natuurlijke grens tussen de kerspelen Eibergen en Groenlo, het voormalige Kwartier van graaf Ernst van Nassau uit 1627, maar ook de 'Marsbraeck' (= Marhulser Braak) en de vlakbij gelegen "Grolschen Ticheloven',  waar de stenen voor de Groenlose verdedigingswerken werden gebakken. Het 'Brandevelt', waar het in de strijd tussen Groenlo en Eibergen om ging, is onderdeel van het grote Eibergse Veld. De naam herinnert aan een grote veenbrand, die daar toen al lang geleden heeft gewoed. (GldA, AKV 833)
Detail van de ‘landweerkaart’ van Nicolaes van Geelkercken, uit de periode 1628-1656. Het noorden is onder. Groenlo, met het bekende silhouet is boven. Naar beneden, op de kaart links van de weg naar Eibergen, is de (Grolse) galg afgebeeld. Verder vinden we er de ‘Hupseler Beeck’, de natuurlijke grens tussen de kerspelen Eibergen en Groenlo, het voormalige Kwartier van graaf Ernst van Nassau uit 1627, maar ook de ‘Marsbraeck’ (= Marhulser Braak) en de vlakbij gelegen “Grolschen Ticheloven’, waar de stenen voor de Groenlose verdedigingswerken werden gebakken. Het ‘Brandevelt’, waar het in de strijd tussen Groenlo en Eibergen om ging, is onderdeel van het grote Eibergse Veld. De naam herinnert aan een grote veenbrand, die daar toen al lang geleden heeft gewoed. (GldA, AKV 833)

Het Groenlose Verloren Kerkhof heeft mogelijk een oudere geschiedenis. Want zo ongeveer op deze plek vinden we op oude kaarten een gerichtsplaats, al of niet aangegeven met een galg. De terechtgestelden werden hier begraven. De galg stond, zoals vaak gebruikelijk, op de grens van het rechtsgebied van de stad Groenlo en diende dan ook als waarschuwing voor reizigers dat men een ander rechtsgebied betrad. Een van de mij tot nu toe oudst bekende afbeeldingen van een galg op of nabij de bewuste locatie is te vinden op een ongedateerde kaart van Nicolaes van Geelkercken uit de periode 1628-1656, toen deze landmeter in Arnhem actief was. Het is een kaartje gebaseerd op een oculaire inspectie van het gebied, of zoals hijzelf onder de kaart schreef,  dat hij deze ‘doer het gesicht, sonder maete gecartiert’ had, ‘menende tot de sacke genoch te sijn’. Die zaak betreft een geschil tussen Eibergen en Groenlo over het gebruik van het grote Eibergse Veld door burgers van die laatste stad. De kaart is vooral ook van belang voor de landweren in Eibergen en omgeving, maar dat terzijde.

Detail van de kaart van landmeter Wollant, ca. 1780, van de streek tussen Groenlo en Eibergen. Opnieuw is langs een weg naar Eibergen de 'Gerigtplaats' aangegeven, en ook hier zijn weer restanten te vinden van de circumvallatielinie van Groenlo uit 1627. In de bijbehorende beschrijving van het gebied, maakt Wollant overigens géén melding van deze gerichtsplaats. (NA, OSK Y11 S4)
Detail van de kaart van landmeter Wollant, ca. 1780, van de streek tussen Groenlo en Eibergen. Opnieuw is langs een weg naar Eibergen de ‘Gerigtplaats’ aangegeven, en ook hier zijn weer restanten te vinden van de circumvallatielinie van Groenlo uit 1627. In de bijbehorende beschrijving van het gebied, maakt Wollant overigens géén melding van deze gerichtsplaats. (NA, OSK Y11 S4)

Op een kaartje van landmeter Wollant uit waarschijnlijk de jaren ’80 van de achttiende eeuw, waarvan kopieën zijn gebruikt voor de Hottingerkaart (vriendelijke mededeling van Frans Scholten), vinden we de ‘gerigtplaats’ ten noorden van Groenlo (op de afbeelding links) aan een weg door het veld naar Eibergen, nabij restanten van de verdedigingswerken uit 1627. Ook de Hupselse beek wordt er aangegeven.

Detail uit het Kadastraal minuutplan van de gemeente Groenlo, 1828. De bewuste percelen konden niet op het blad (links)bij getekend worden, dus moesten zij apart getekend worden op een leeg deel, erboven. De boerderij 'Breeken' ('Brekeman') ligt er nog en komt nu  bijna aan de nieuwe N18 te liggen. (Via website RCE, Groenlo, Sectie A, 2de blad)
Detail uit het Kadastraal minuutplan van de gemeente Groenlo, 1828. De bewuste percelen konden niet op het blad (links)bij getekend worden, dus moesten zij apart getekend worden op een leeg deel, erboven. De boerderij ‘Breeken’ (‘Brekeman’) ligt er nog en komt nu bijna aan de nieuwe N18 te liggen. (Via website RCE, Groenlo, Sectie A, 2de blad)

Volgens het kadastraal Minuutplan uit 1828 en de bijbehorende Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel, was de stad Groenlo eigenaar van het terreinen met de kadastrale nummers A 590 en A 591. Het eerste terrein was een  dennenbos van 0,6 ha. en het tweede terrein, wordt omschreven als ‘Heide’ en was bijna 4 ha. groot. Op dit laatste terrein bevinden zich zowel het Verloren Kerkhof als een deel van de voormalige vuilstort.

Ik hoop maar, dat de plaatselijke oudheidkundigen tijdens de aanleg van de weg continu aanwezig zijn, want het is helemaal niet zeker dat de ‘verlorenen’ er in keurige rijen werden begraven, maar dat ook onder het nieuwe tracé menselijke resten kunnen worden aangetroffen. Is dat het geval, dan kan ook onderzoek gedaan worden naar de ouderdom van deze Grolse gerichtsplaats en (bijbehorend) Ve-loarne Karkhof.

Bennie te Vaarwerk

Een Beltrums huwelijkscontract uit 1780

In het archief van de Huizen Nettelhorst en De Heest, in het kerspel Lochem, bevinden zich archivalia afkomstig van de eerste burgemeester van de gemeente Eibergen, mr. P.R.J.W. van Heeckeren. Deze was daarnaast ook secretaris van die gemeente, lid van de Staten van Gelderland en notaris in Eibergen. Waarschijnlijk vanuit die laatste hoedanigheid heeft hij inzage gehad in archivalia die klanten aan hem gegeven hebben ten behoeve van de ene of andere notariële handeling. De originele stukken kwamen uiteindelijk terecht in zijn particuliere archief, dat na zijn dood in 1835 kennelijk werd opgeslagen in bovengenoemd huisarchief.

Een van die stukken betreft het originele huwelijkscontract tussen Jan Hindrick Boomers op Boomers of den Boomert in het schependom Groenlo en Diena Neikamp (Nijkamp), gesloten op het erve Bomers aldaar op 7 januari 1780. Contracten als deze zijn meestal terug te vinden in de archieven van de desbetreffende boerderijen. Minder vaak zal men ze aantreffen in de archieven van de rechtbanken van vóór 1811. Het geschrift verraadt dat er geen schoolmeester of andere netschrijver aan te pas is gekomen. Vooral de moeilijke en vreemde woorden werden opgeschreven zoals men ze toen hoorde. Dat begint al met de aanhef, ‘In noomiine cantissiimaTriiniitas, amen’, waar juister ‘in nomine sanctissima Trinitatis, amen’ had moeten staan[1]. Deze (middeleeuws aandoende) aanhef duidt erop dat we hier te doen hebben met een huwelijkscontract tussen twee katholieke personen. Dat kan ook bijna niet anders want de stad en het platteland van Groenlo (inclusief Beltrum en Lichtenvoorde) was na de Reformatie overwegend katholiek gebleven. De opbouw van het contract wijkt niet af van wat we elders tegenkomen. Het bijzondere zit hem vooral in de inhoud. In de eerste plaats is het niet de oudste zoon die trouwt en opvolgt, maar een jongere zoon. Dat blijkt uit artikel 6, waarin een compensatieregeling getroffen wordt voor doen van afstand van diens eerstgeboorterecht op de erfopvolging, maar ook een regeling voor het geval het samenwonen onder één dak van het jonge paar met de vrijgezelle oudste broer op een mislukking zou uitlopen. Dat was een bepaald niet ondenkbeeldig en is ook vooruitstrevend te noemen.[2] De oudste broer werd nadrukkelijk bevoordeeld met vaste eigen inkomsten gedurende 25 jaar (artikel 7). Bij zijn overlijden vervielen de bezittingen aan de erfopvolger. Veel voorkomend was de volgende bepaling, dat de (ongetrouwde) kinderen verzorgd werden door de gehuwde broer, in geval van ziekte en anderszins. Het huwelijkscontract legt aanzienlijke beperkingen op aan de mogelijkheden van de jongelui om op het erf hun gang te gaan. Indachtig het gezegde ‘Kleedt oew neet oet veurdat i-j naor bedde gaot’, hielden de (schoon)ouders de hand aan de ploeg. Zij bepaalden het moment van overdracht van het bedrijf. De zoon en schoondochter waren ‘slechts’ knecht en meid totdat ze het bedrijf overnamen. Wanneer het zo ver was, moesten de jongelui de andere broers en zuster uitkopen, o.a. met een (bruids-)koe of de geldelijke waarde daarvan (artikel 3). Ook voor de zuster Maria werd een afzonderlijke regeling getroffen, alsmede voor de moeder na het overlijden van de vader. Het contract regelde minstens zoveel over de rechten van ouders en andere kinderen als over de rechten van het bruidspaar.

Transcriptie Beltrums huwelijkscontract, 1780

[1] In nomine Sanctissima Trinitatis: in de naam van de Heilige Drie-eenheid.

[2] In 1959 verscheen van de hand van dr. G.A. Kooy onder de titel De oude samenwoning op het nieuwe platteland, een studie over dit toen nog veelvuldig voorkomen van het (gedwongen) onder één dak samenwonen van meerdere generaties en de problemen die dat voortbracht.

Nieuwe indexen oud-rechterlijk archief Borculo

Vandaag zijn weer vijf nieuwe indexen op het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo beschikbaar gekomen op de website. Het betreft de navolgende inventarisnummers uit de inventaris, hoofdstuk 4, Civiele Zaken, sub D, Stukken waarvan niet meer of niet dan met grote moeite is uit te maken, of zij tot het archief van het oridinair stad- of landgericht behoord hebben:

360. Originele volmachten, ingekomen bij stad- of landgericht, meest in civiele zaken, 1602-1807. 1 omslag.
361. Originele attestaties en certificaten, ingekomen bij stad- of landgericht, meest in civiele zaken, 1603-1730. 1 omslag.
362. Originele schuldbrieven, declaraties, kwitanties, relazen en dergelijke stukken, ingekomen bij stad- of landgericht, meest in civiele zaken, 1609-1737 en onbekende jaren. 1 omslag.
363. Originele interrogatoiren (gerechtelijke ondervragingen), ingekomen bij stad- of landgericht, 1627-1719. 1 omslag.
364. Sententies (vonnissen) van vreemde gerichten en allerlei authentieke akten, ingekomen bij stad- of landgericht, meest in civiele zaken, 1597-1749 en onbekende jaren. 1 pak. (deel 1)