Categoriearchief: Archieven

Nieuwe indexen oud-rechterlijk archief Stad en Heerlijkheid Borculo

Vandaag zijn negen nieuwe indexen op het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo op www.heerlijkheidborculo.nl geplaatst. Het betreft indexen op de volgende inventarisnummers:

86. Stadsgerichtsignaat, 1669 – 1672
87. Stadsgerichtsignaat, 1674-1676
NB. Een stadsgerichtsignaat is een protocol of register van voor het stadsgericht verleden zaken. De jaren 1672-1674 ontbreken. Dat waren de jaren van de tweede Münsterse bezetting.

108. Losse minuten van akten in het stadsgerichtsignaat, 1680-1709.
109. Losse minuten van akten in het stadsgerichtsignaat, 1710-1732.
110. Losse minuten van akten in het stadsgerichtsignaat, onbekende jaren.
111. Minuten van civiele vonnissen van het stadsgericht, 1627-1719.
NB. Minuten zijn vastgestelde versies van een geschrift. Een kopie daarvan werd uitgereikt aan de partij(en) op wie de zaak betrekking had. Zo’n akte, die dan in het archief van die partij(en) berust, wordt ‘expeditie’ genoemd. Meestal werd de minuut ook afgeschreven in het protocol van register van de rechtbank. Voor onderzoekers is het altijd aan te bevelen om na te gaan of er meerdere exemplaren van een akte bestaan. Minuten zijn minder goed bewaard gebleven dan de afschriften in het register. Soms zijn minuten niet afgeschreven in het protocol. Toch zijn de registers het meest compleet.

144. Dossiers van civiele proceduren voor het stadsgericht en fragmenten daarvan, 1693.

  • Specificatie:
    144.1 Gerhard Olmius ook optredende voor Joan Olmius vs. Margaretha Gerverding, weduwe Olmius en Caharina Elisabeth Olmius, gehuwd met Ernest Brant.
    144.2 Samuel van Eybergen vs. Herman Busman

145. Dossiers van civiele proceduren voor het stadsgericht en fragmenten daarvan, 1694

  • Specificatie:
    145.1 Rutger Westhoff vs. juffr. Helena Poelhuis, gehuwd met Jan van Trier;
    145.2 Juffr. Juliana Renckinck, weduwe Bomble vs. Maria Cock, weduwe van Wiltener.

146. Dossiers van civiele proceduren voor het stadsgericht en fragmenten daarvan, 1695-1696. Specificatie:

  • 146.1 Juliana Setters, weduwe Hasseloe vs. Willem Wenneker, 1695;
    146.2 Fiscaal der heerlijkheid vs. Joachim Harmse en diens echtgenote, 1695;
    146.3 Frederick Wilhelm graaf tot Limborgh en Bronckhorst vs. Willem Wenneker, 1695;
    146.4 Henrick Rietman vs. Harmen de Rhode van Hekeren, heer tot Averlaer, 1696;
    146.5 Dr. Henrick Meiling vs. Berent Loitinck, 1696;
    146.6 Henrick Meurs vs. Roelof Hoenes, 1696;
    146.7 Rutger van Eerden vs. Willem Noortwyck, 1696.

Overdracht archieven

Vorige week al maakte het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers bekend dat het in het kader van de overdracht van daartoe in aanmerking komende archieven veel bestanden hebben overgenomen van het Gelders Archief.  Vandaag volgde het Gelders Archief.
Voor het gebied van de Heerlijkheid Borculo betreft het:
– het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo;
– het oud-rechterlijk archief van de Heerlijkheid Lichtenvoorde;
– het oud-rechterlijk archief van de Stad Groenlo.
Daarnaast de retroacta van de Burgerlijke Stand (RBS), beter bekend als doop- trouw-, lidmaten- en begraafboeken van diverse kerken vóór 1811 in het werkgebied. Een aantal van die registers berustten overigens al bij het Erfgoedcentrum omdat ze deel uitmaken van de in bewaring gegeven lokale kerkarchieven.
Voorts vele huwelijksbijlagen en archieven van notarissen (19de en 20ste eeuw).
Deze archieven zijn dus nu dichter bij huis raadpleegbaar, al is het de vraag of dat ook geldt voor de al zo lang vanwege de slechte materiële toestand niet ter inzage gegeven bestanden uit het oud-rechterlijk archief van Borculo. Ondanks het feit dat de Archiefwet voorschrijft dat overheden hun archieven in goede staat moeten bewaren en houden, geldt dat helaas niet voor de te vervreemden archiefbescheiden van het Gelders Archief, waarvan tot op heden de minister van OC&W zorgdrager is. In zekere zin beschermde de wetgever zichzelf tegen de archiefwettelijke verplichtingen en zo worden kosten doorgeschoven naar de regio.
Overigens voor raadpleging het archief van de Heren van Borculo moet men nog steeds een bezoek brengen aan de studiezaal van het Gelders Archief in Arnhem zijn. In 2013 verhuist deze instelling naar nieuwbouw aan de Westervoortsedijk in de Gelderse hoofdstad.

Nieuwe indexen oud-rechterlijk archief Stad en Heerlijkheid Borculo

Er zijn weer nieuwe indexen op het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo op www.heerlijkheidborculo.nl geplaatst. Het betreft indexen op ORA Borculo inventarisnummers:

167. Rechtspraak in civiele zaken. Ordinaris landgerichtprotocol, 1642-1644. Met aantekeningen.
272-II. Dossiers van civiele proceduren voor stad- en landgericht, 1683-III.
NB. Het romeinse nummer achter het inventarisnummer betekent meestal dat het desbetreffende inventarisnummer op een andere filmrol staat. Dit wordt vermeld op de doos.

Berkelland: zorg over verslaglegging raads- en commissievergaderingen

Vanmorgen (11 juni 2012) was in de TCTubantia een artikel te lezen over digitale optekening van de discussies in gemeenteraad en raadscommissies van Berkelland. De aanleiding waren vragen van het D66 raadslid Wilco van Wijk. Uit het artikel kan de conclusie getrokken worden dat Van Wijk het vooral te doen is om de hoeveelheid handwerk die er nog mee gemoeid is, een politiek argument (hoe breng je interrupties in beeld? Hier wordt mogelijk verondersteld dat de griffie niet objectief is. Ik neem aan dat de griffie eventueel aan de knoppen zit). Verder vraagt hij zich af of de gemeente wel voldoet aan de Archiefwet, vooral met het oog op de door de gemeente bedachte erg korte bewaartermijn. Op dit laatste punt ga ik verder in.
Inderdaad is het volgens de Gemeentewet zo dat het raadsverslag minimaal een besluitenlijst moet bevatten. Als de raad meer wil, moet dit vastgelegd worden in de verordening op de vergaderingen van de gemeenteraad. Tot nu toe, en daarin was Berkelland te prijzen, werden de verslagen volledig uitgeschreven. Omdat de raadsverslagen tot nu toe permanent te bewaren stukken zijn, gaan ze deel uitmaken van het Berkellandse schriftelijke erfgoed en kunnen toekomstige historische onderzoekers vrij nauwkeurig nagaan hoe individuele raadsleden stemden of het stemgedrag probeerden te beïnvloeden. Digitale opnamen bieden nog een extra dimensie, doordat de bezoekers en historische onderzoekers er o.a. een gezicht, stemgeluid en emoties erbij krijgen. Wanneer er een koppeling is met de stukken waarover een besluit moet worden genomen kunnen toekomstige generaties (maar ook de huidige!) zich een goed beeld vormen van het officiële politieke bedrijf in Berkelland.
Het raadsvoorstel en de daarover gestelde vragen van Wilco van Wijk en de beantwoording daarvan door B&W zijn te vinden op: http://www.gemeenteberkelland.nl/ris/Raad_en_commissies/Raadscommissies/
Commissie_Bestuur/Agenda_s_en_bijlagen_commissie_Bestuur/Archief/2012/
Commissie_Bestuur_12_juni_2012
Ik kan kort zijn over het B&W-voorstel: ik heb er geen goed gevoel bij. Waardoor komt dat? In de eerste plaats door het voorstel van het college om na ingebruikname van het nieuwe systeem de huidige uitgebreide notulen te vervangen door een besluitenlijst. Als dit vervolgens in de verordening op de raadsvergaderingen wordt vastgelegd, dan is deze lijst het enige stuk (naast uiteraard de stukken waarover besloten wordt) van de desbetreffende raadsvergadering dat volgens de Archiefwet voor permanente bewaring in aanmerking komt. Discussies, zoals tot nu toe, worden dan niet meer permanent gearchiveerd. Daarvoor is nodig dat in de raadsverordening ook wordt vastgelegd dat de digitale opnamen (geluid én beeld) eveneens worden gearchiveerd. Dit staat niet expliciet in het voorstel. De video-opnamen worden opgeslagen in het gemeentelijke document managementsysteem (dms). Dit is echter geen electronisch archief waartoe burgers en/of historische onderzoekers toegang hebben. De stukken van de raad daarentegen zijn en blijven openbaar. In het beste geval zijn de digitale raadsopnamen tot één jaar online terug te zoeken in het systeem. Daarna verdwijnen ze in het dms om daar pas uit gehaald te worden op het moment dat ze verplicht naar de archiefbewaarplaats overgebracht moeten worden. Dat is pas na 20 jaar! In de tussentijd moeten burgers, raadsleden en onderzoekers het doen met de besluitenlijst. Afgezien van de principiële openbaarheid van raadsstukken en -verslagen, is natuurlijk ook de vraag relevant of de gemeente Berkelland in staat is de digitale archiefstukken duurzaam te beheren, maar daar ziet de inspectie van het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers op toe. Als liefhebber van de lokale en regionale geschiedenis meen ik dat zolang het archiveringssysteem geen recht doet aan de principiële (en kostenloze) openbaarheid van de digitale opnamen van de raadsvergaderingen, wat vastgelegd moet worden in de raadsverordening, het vanuit historisch oogpunt en ook terwille van de burgers en de raadsleden zelf, mogelijk moet zijn om steeds terug te kunnen vallen op een verslag van de discussies zoals tot op heden goed gebruik is in Berkelland.

4 en 5 mei

Oningevulde niet-joodverklaring

Toen mij begin jaren ’90 van de vorige eeuw bij het toenmalig Waterschap van de Berkel de kans werd geboden om ervaring op te doen met de inventarisatie van archieven, nog vóórdat ik toegelaten werd tot de toenmalige Rijksarchiefschool, mocht ik de archieven van de vier onderafdelingen van dat waterschap inventariseren. Daartoe behoorde ook het opschonen van die archieven, wat wil zeggen het verwijderen van archivalia die volgens een selectielijst daarvoor in aanmerking kwamen. De meeste indruk maakten de stapels niet ingevulde niet-joodverklaringen. Het Waterschap was een kleine organisatie waardoor het niet verwonderlijk was dat veel van die formulieren oningevuld bleven en dus weg konden. Toch intrigeerden die lege formulieren mij, omdat ze mij voor een gewetensprobleem plaatsten. De oorlog kwam akelig dichtbij. Wat zou ik gedaan hebben als ambtenaar bij het Waterschap in de oorlog? Zou ik het formulier ingevuld hebben in de wetenschap dat ik dan mijn baan zou behouden of zou ik geweigerd hebben? Zou het anders zijn geweest als ik joodse collega’s gehad zou hebben? Ik weet het niet zeker, maar ik vermoed dat ik het formulier ingevuld zou hebben. Zoveel jaren na de oorlog is het gemakkelijk praten. Velen zaten pas na de oorlog in het verzet. Soms kunnen lege formulieren mensen voor gewetensproblemen plaatsen. Daarom heb ik er meer in het archief laten zitten dan eigenlijk mag.