Categoriearchief: voogdij Geesteren

Kerkgeschiedenis Neede, 1592-1602

Met de publicatie van de transcriptie van de kerkenrekeningen van Neede over de jaren 1592-1601 komt een belangrijke bron beschikbaar over de vóórreformatorische kerkgeschiedenis. Hoewel Neede in die jaren als onderdeel van de Heerlijkheid Borculo in zowel wereldlijk als godsdienstig opzicht onder rechtstreeks Münsters bestuur stond, is allerminst zeker dat de diensten in de Needse kerk katholiek waren. De rekeningen geven duidelijke aanwijzingen voor een Lutherse gezindheid. De rekeningen laten de gevolgen van de Tachtigjarige Oorlog zien: in 1596 probeerden de Geuzen, in dit geval soldaten van Prins Maurits die op dat moment Groenlo belegerden, de kerk in brand te steken. Bovendien verstoorden zij een begrafenis op het Needse kerkhof. Het zijn details, maar zij vullen wel het gat dat gaapt op het terrein van de oorlogsgevolgen op het Borculose platteland. Terwijl de bewoners van het platteland hun kostbaarheden onderbrachten in de door hen onschendbaar geachte parochiekerken, wat helaas soms een ernstige misvatting bleek te zijn, brachten de kerkmeesters van Neede, daarin voorgegaan door die die van Eibergen, zoals in de Needse rekeningen wordt vermeld, hun kostbaarheden onder in Vreden, waar met name aan het terrein van het Stift Vreden kennelijk een hoge mate van veiligheid werd toegekend. De bronnenpublicatie is te vinden op www.heerlijkheidborculo.nl onder Kerkgeschiedenis/webpublicaties.

Nieuwe webpublicaties: stadsbestuur Borculo en lijst r.-k. ingezetenen 1770

In de afgelopen week stond de integriteit van het openbaar bestuur weer eens flink in de schijnwerpers met affaires waarin de VVD en het CDA verzeild raakten en sterk doen denken aan de oude van de KVP bekende bestuurscultuur in het zuiden. Gelukkig en dat tevens ter relativering, was dat in het oude Borculo al  niet anders, al ging het hier zeker niet om katholieken. De Heer van Borculo, die het stadsbestuur benoemde, stelde in 1679 als voorwaarde voor de benoeming van Zeino Meilinck tot één van de burgemeesters van Borculo, dat deze zich moest zuiveren van de gerichtelijk aanhangig gemaakte aanklacht over de ‘ontfremdinge van enigh holt’.  De webpublicatie, benaderbaar via www.heerlijkheidborculo.nl, gaat vooral over de wijze van samenstelling van het stadsbestuur en een verandering die daarin in 1778 werd aangebracht. In dat jaar werd gebroken met de vermoedelijk sinds 1375 bestaande gewoonte om het stadsbestuur op de eerste zondag na Driekoningen (6 januari) te (her)benoemen.
De andere webpublicatie (onder kerkgeschiedenis) is een lijst met namen en aantallen van katholieke ingezetenen van de Heerlijkheid Borculo uit 1770. De lijst is vermoedelijk opgesteld tegen de achtergrond van een tijd dat de katholieken vermangeld dreigden te worden in een strijd tussen de pastoor van Groenlo, daarin gesteund door de bisschop van Munster, en de paters van Zwilbroek, die toen al ruim een eeuw in de zielzorg in de Heerlijkheid werkzaam waren en van geen wijken wilden weten, daarin gesteund door de boeren uit de buurschap Zwolle.

Nieuwe indexen oud-rechterlijk archief Stad en Heerlijkheid Borculo beschikbaar

Er zijn weer enkele nieuwe indexen op het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo op www.heerlijkheidborculo.nl geplaatst. Voorts is ORAB inventarisnummer 199 voorlopig van de site gehaald. Doordat het Gelders Archief een nieuwe inventaris vanhet Archief van de Heren van Borculo op zijn websitye geplaatst heeft, kloppen de verwijzingen op de Borculo-site naar de regestnummers niet meer. Zie hiervoor de opmerkingen aan het slot van dit blog.

De nieuwe indexen betreffen pdf-bestanden van de volgende inventarisnummers:
269. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1681-1682. Dit bestand bevat de volgende procesdossiers:

269.1 Tonnis Abbinck versus (vs.) de kinderen van Henderick ten Cate, 1681;
269.2 Jan Bouwmeister c.s. (burgemeesters van Eibergen) vs. Bernard Marquerinck en Jan van Hummel namens de bouwman op Veltcamp, 1681.
269.3 Andries Cuijper vs. Geertruijdt Sluijters, weduwe van Stegerinck, 1681.
269.4 Wolter Splinter van Duijth genaamt Buth vs. Reint Boeninck, kerkmeester van Geesteren, 1681.
269.5 Peter Greven vs. Herman Haegens, 1681.
269.6 Jean de la Grande alias Cock vs. Theodorus Haeffkens,1681.
269.7 Jan Hiddinck vs. Frederick van der Wijck, voogd van Eibergen, 1681.
269.8 Philips Lus vs. Bartholt Schoemaker, 1681.
269.9 Geesken Schutten, weduwe van Banninck, vs. Reiner van Duijth gent. Buth, 1681.
269.10 Jan Henrick Sturts vs. Frans Jansen, 1681.
269.11 Wilhelm Schomaker vs. Jan ten Haechreise, voogd van Neede,1681.
269.12 Willem Hoenhoff vs. Maria ter Mathe, weduwe van Costheren, 1682.

270. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1683-I: Kapitein Gerhard Cock vs. Arent Wensinck en dies zoon Aleff (vervolg in inv.nr. 271).

301. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1722-II – 1723-I. Dit bestand bevat de volgende procesdossiers:

301.1 Dr. Johan Hendrick Veldinck vs. Jan Willem ter Hagreise (wederrechtelijk gebruik van een huis in Neede), 1722.
301.2 Adolf van Gelder vs. Harmen Garverdinck, 1722.
301.3 Frederic Wilhelm graaf tot Limburgh, Bronckhorst en Stirum [als heer van Borculo] vs. Wilhelm Klinckenbergh, notaris en solliciteur-militair in ‘s-Gravenhage, 1722.
301.4 Aeltje Grijsen vs. Gerrit Harperinck, 1723.
301.5 Leopold graaf van Limburg-Stirum vs. Derk bouwman op het erf ten Nijhuis, 1723 [vervolg in inv.nr. 302.1]

302. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1723-II. Dit bestand bevat de volgende procesdossiers:

302.1 Leopold graaf van Limburg-Stirum vs. Derk bouwman op het erf ten Nijhuis, 1723 [vervolg van inv.nr. 301.5]
302.2 Gerrit Snijder vs. Gerrit Harperinck, 1723.
302.3 Mathias Waliën en daarna de weduwe Geesken Schimmelpennincks vs. Warner en Herman Wiginck als erfgenamen van hun vader Gerhard Wiginck, bouwman op het erf Wensinck, 1723.

308. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1738-1740. Dit bestand bevat de volgende procesdossiers:

308.1 Jan Bekkink vs. Hendrik Honhof, 1738.
308.2 Roeloff ten Thije vs. Conrad ten Hopen, 1738.
308.3 Dr. Lambergh, als gevolmachtigde van de erfgenamen van Reint ter Baake, vs. Geertjen Stoverink, weduwe van Ter Baake, 1738.
308.4 Alberdina Meulemans vs. de weduwe Willinck, 1738.
308.5 A. ter Weeme vs. J. Bekking, 1739.
308.6 Derk Grijse vs. Willem Swerink, 1740.
308.7 Dr. Lamberg als gevolmachtigde van de erfgenamen van Bernt ter Bake vs. Geertjen Stoverink, 1740.

309. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1742, 1744, 1746. Dit bestand bevat de volgende procesdossiers:

309.1 Harmen ter Hasselt numine uxoris [namens de echtgenote]  vs. Derk Bartels nomine uxoris, 1744.
309.2 Crediteuren van de desolate boedel van Harmen van der Wijch [Wijck] vs. Curatoren van deze boedel, 1744.
309.3 H. Negberinck vs. Jan Polman c.s., 1746,

310-II. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1747-1748
311. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1749-1750. Dit bestand bevat de volgende procesdossiers:

311.1 Dr. J.H. van Basten vs. Gosen ten Cate en Derk Veldink, 1749.
311.2 Harmen Averbekkink vs. Jannes Fanckinck alias Culsdom, 1750.
311.3 De graaf van Bemtheim en Tecklenborg en Willem Laarberg vs. Gerrit Laarberg, 1750.

312-II. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1751, 1752, 1755.
313. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1760, 1761, 1763, 1765. Dit bestand bevat de volgende procesdossiers:

313.1 De curatoren van vrouwe Charlotte M. van Duijth vs. mr. Conrad Muntz, richter te Haaksbergen, 1760.
313.2 Jonker Jacob Christiaen Johan van Munster vs. H. ter Maadt en G. ter Weeme, 1760.
313.3 Jannus ten Broekhuis vs. Jan ten Broekhuis, 1761.
313.4 De Heer van Borculo vs. de [ge]waerden van Geesteren, 1763.
313.5 Gravin van Bentheim vs. Gerrit Laarberg, 1765.
313.6 Friederich Heinrich, Johan Georg, Jacoba [N.N.] vs. Juffer de Roller, 1765.
313.7 Jan Bekkink vs. de weduwe van Albert Cremer en Gerrit Jan Cremer, 1765.
313.8 Jan Coelman vs. Henderik Fruink, 1765.
313.9 Dr. Slaterus vs. Gerrit Hagemans erven, 1765.

314. Dossiers van civiele proceduren voor het landgericht en fragmenten daarvan, 1766-1767. Dit bestand bevat de volgende procesdossiers:

314.1 Jan Rouhoff vs. Jan Harmen Mellink, 1766.
314.2 Engbert Grijsen vs. Jan Grijsen, 1766.
314.3 Mr. J.H. van Basten vs. Jan Boerhof, 1767.
314.4 Jan Willem Klein Bruinink vs. Jurrien Menkhorst, 1767.
314.5 Henderick Willem Hoysius van Dorth vs. Judith Maria Ignatia van Dorth, 1767.
314.6 Jan Weddelink vs. G. te Hagreis, voogd van Neede, 1767.
314.7 Henderik Willink vs. de weduwe en erfgenamen van Kuene Lieftink, 1767.

N.B.
1. De index op ORA Borculo inventarisnummer 199 is tot nader order van de site gehaald, omdat deze voor een heel groot gedeelte niet overeen bleek te komen met de microfilmopnamen.
2. Het Gelders Archief heeft een vernieuwde versie van de inventaris van het Archief van de Heren van Borculo op hun website geplaatst. Het gevolg hiervan is dat de regestnummers in de inventaris op de Borculo-site niet meer kloppen. Deze regestnummers zullen bij gelegenheid aangepast worden. De AHB-inventaris op de site van het Gelders Archief bevat de volledige beschrijvingen van de regesten waarnaar verwezen wordt. Hiervan is ook melding gemaakt in de inventaris op deze site.

Publicatie van het markenrecht van Geesteren (Gld) uit 1647

Op www.heerlijkheidborculo.nl is een nieuwe bronnenpublicatie geplaatst. Het betreft het markenrecht van de mark van Geesteren (Gld) uit 1647. Deze mark, bestaande uit het dorp Geesteren en de buurschappen Over- en Nederbiel, Heure, Lempel, Eszijde en Kulsdom, legde de markenrechten opnieuw vast in oktober 1647, nadat het oude recht ten tijde van het Münsterse bestuur (1579-1616) verloren was gegaan. Ook in de mark van Geesteren was de heer van Borculo erfmarkenrichter. De vergadering van de mark, die holtspraecke of marckenspraecke werd genoemd, vond jaarlijks plaats op de derde dinsdag na Pasen. De namen van de geërfden, zoals de bezitters van de voornaamste erven en goederen werden genoemd, moesten door de markenrichter in het markenboek genoteerd worden. Elke geërfde had één stem. Bezat dezelfde persoon twee volle erven, dan had hij twee stemmen. Geërfden die niet op de markevergadering aanwezig waren hadden voor die keer geen stemrecht. Besluiten (ordonantiën, wilkeuren of resoluties genoemd) werden met meerderheid van stemmen genomen. Dat hoefde overigens niet te betekenen dat het democratische besluiten waren, want een grootgrondbezitter met veel gewaarde erven had natuurlijk meer stemmen. Wie wil weten hoe de stemverhoudingen lagen kan eens kijken in de verpondingskohieren van Geesteren van ca. 1646, waarin de erven zijn onderverdeeld in volle of gewaarde erven, halve of halfgewaarde erven en katersteden of keuterboeren. In de mark van Geesteren waren in 1647 alleen de geheel (volle) en halve geërfden stemgerechtigd. Zij mochten ook aan de tafel zitten. De keuterboeren moesten staan. De erfmarkenrichter werd bijgestaan door twee of meer afgevaardigden van de geërfden. Deze bijzitters werden gecommittierden of gezworenen genoemd (elders, bijv. in Rekken, heetten ze buurmeesters). Zij werden jaarlijks gekozen dan wel herkozen of in hun functie gecontinueerd. De gecommitteerden moesten op de markevergaderingen verantwoording afleggen over het gevoerde beheer. Verder stelde elke buurschap een of meer ingezetenen aan als opzichters van de mark. Zij waren ook een soort politieagent die de overtreders moesten aangeven. De bepalingen van het markerecht gingen o.m.over: – de verkoop of ‘uitgraving’ van markengrond of houtgewas; – het weiden van vee en paarden op de markengronden; – het drijven van varkens en ganzen op de markengronden; – het maaien van plaggen; – het onderhoud van de afrastering ‘(de zogenaamde ‘vrucht’ of ‘wrucht’; in het dialect kent men nog ‘hen vruchten goan’, de afrastering maken; – vee, paarden en varkens moesten voorzien zijn van het brandmerk van de heer van Borculo. Waren ze ‘ongebrand, dan konden ze opgebracht en geschut worden (en tegen betaling van een boete teruggekocht worden). De varkens moesten gekrampt worden om schade aan wortels van bomen te voorkomen.

Oudste toponiemen heerlijkheid Borculo-Lichtenvoorde

Vandaag is er een begin gemaakt met het plaatsen van de oudste toponiemen van het gebied van de heerlijkheid Borculo-Lichtenvoor de op www.heerlijkheidborculo.nl. Om op de lijst vermeld te worden dient het toponiem (boerderijnaam, veldnaam, plaatsnaam e.d.) vóór het jaar 1500 in schriftelijke bronnen vermeld te worden. Bij de indeling zijn de kerspelen (wereldlijke parochiegebieden) gehanteerd. Dat betekent dat Lichtenvoordse en Beltrumse toponiemen gezocht moeten worden onder Groenlo en veel Borculose toponiemen onder Geesteren en Eibergen. Het kerspel Borculo is immers pas na 1500 ontstaan, wat ook geldt voor Lichtenvoorde. In deze editie vindt men de oudste toponiemen van Eibergen en Geesteren. Groenlo en Neede volgen binnenkort.