Categoriearchief: Archeologie

Waar de Needse doden rustten: ongewenste gevolgen van het gemeentelijke archeologische beleid

Een twitterbericht van Nieuws Uit Berkelland, van vrijdagavond 18 oktober j.l., en een bericht met foto waarnaar het verwijst, was aanleiding om eerst eens wat bureauonderzoek te doen en vanmorgen de plek des onheils in Neede eens te bezoeken.

Aanleg van een nieuw plein door de gemeente Berkelland te Neede, waarbij ook het voormalige kerkhof aangetast werd.
Aanleg van een nieuw plein door de gemeente Berkelland te Neede, waarbij ook het voormalige kerkhof aangetast werd.

Waar gaat het om? In het kader van de aanleg van een nieuw dorpsplein in Neede, heeft de gemeente Berkelland het plein/plantsoen voor de Grote Kerk in Neede overhoop gehaald en zich daarbij niet gerealiseerd (al of niet bewust, daar wil ik op dit moment buiten blijven) dat tegelijkertijd ook een deel van het oude kerkhof, dat ook in Neede rondom de van oorsprong Middeleeuwse kerk lag, rigoureus aangetast werd. In de sleuven en in en op de grote hopen zand zijn zeer veel resten van menselijke skeletten te vinden. Het is een schandalige situatie.
Het kadastrale minuutplan, te vinden op de website WatWasWaar geeft voldoende uitsluitsel. Daarop is te zien dat de oude, omstreeks 1850 op de toren na gesloopte kerk, met perceelnummer 567, omgeven wordt door een perceel met het nummer 566. Volgens de bij het kadastrale minuutplan van ca. 1828 behorende Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel (OAT), eveneens op genoemde website te vinden, is dit perceel het ‘kerkhof’. De ‘Gereformeerde kerk’ staat als eigenaar genoteerd. Aan de rand van het kerkhof zijn op de kaart een aantal huizen te zien, die wellicht ontstaan zijn uit kerkhofspiekers, graanspiekers en woningen voor ouden van dagen.

Detail van het kadastraal minuutplan van het dorp Neede uit 1828. Middenin de kerk en daaromheen het kerkhof met op de randen woningen die waarschijnlijk uit spiekers zijn ontstaan.
Detail van het kadastraal minuutplan van het dorp Neede uit 1828. Middenin de kerk en daaromheen het kerkhof met op de randen woningen die waarschijnlijk uit spiekers zijn ontstaan.

Het kerkhof had een behoorlijke oppervlakte van bijna 3000 vierkante meter. De in de Bataafs-Franse Tijd (1795-1813) in gang gezette regelgeving om het begraven in kerken en op kerkhoven in bebouwde kommen te verbieden, leidde uiteindelijk pas tot de aanleg van nieuwe begraafplaatsen, buiten de bebouwde kommen, omstreeks 1829. Zo ook in Neede. Pas toen verloor het oude kerkhof rondom de kerk zijn functie en raakte die in vergetelheid.
Toen ik vanmorgen rondliep op het terrein aan de voorzijde van de kerk, ben ik toch wel geschrokken. Ik vind het getuigen van ernstige nalatigheid van de gemeente Berkelland om zo met de doden om te gaan.

De gemeente Berkelland zal ongetwijfeld bekend zijn met grafruiming. Maar niet op deze manier. Overal waar je loopt vind je skeletresten van mensen.
De gemeente Berkelland zal ongetwijfeld bekend zijn met grafruiming. Maar niet op deze manier. Overal waar je loopt vind je skeletresten van mensen.

De kerk van Neede, gesticht op een terrein dat waarschijnlijk door een bisschop van Münster aan het Münsterse klooster Überwasser werd geschonken, omstreeks 1040, bestaat dus bijna 1000 jaar. Omdat er van de kerk al niet veel over is, behalve de toren in enkele zeer waardevolle vroeg-zestiende-eeuwse beelden die in de jaren ’20 van de vorige eeuw bij een kerkrestauratie onder de vloer werden aangetroffen, was respect voor de historische Needenaren wel op zijn plaats geweest. Een eenvoudig, niet tijdrovend bureauonderzoek, had deze puinhoop en respectloze omgang met de doden en met de Needse geschiedenis kunnen voorkomen.

Aanvulling 20.30 uur. De archeologische waardenkaart van de gemeente Berkelland vermeldt niet dat er een begraafplaats rondom de Needse kerk aanwezig is. De kerk zelf (toren?) is een Rijksmonument (gele symbool), de Oudestraat en Nieuwstraat behoren tot de historische dorpskern (paars gekleurd) en een gebied ten westen van de Oudestraat ligt in een ‘attentiezone’ van 50 meter (rode punt met zwarte stippen). Het terrein  van kerkhof blijft ook hier buiten beschouwing. De kaart is dus onvolledig.

Centrum Neede. Detail van de Archeologische Waardenkaart van de gemeente Berkelland.
Centrum Neede. Detail van de Archeologische Waardenkaart van de gemeente Berkelland.

Ik heb niet bekeken hoe dat met de andere historische kerkhofterreinen in Berkelland gesteld is. Het betreft de kerkhoven van Eibergen (waar in 2012 nogal rigoureuze werkzaamheden op het terrein hebben plaatsgevonden i.v.m. de uitbreiding van ‘De Huve’), Geesteren, Gelselaar en Rekken. Haarlo had wel een eigen kapel, maar de doden werden in Eibergen begraven.

Update 5 november 2013. Op 26 oktober j.l. heb ik een e-mail aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland gezonden met de volgende vragen:

Naar aanleiding van berichtgeving op de website van Nieuws uit Berkelland heb ik wat bureauonderzoek verricht naar het kerkhof rondom de Grote kerk in Neede en daarover een blog geschreven. In één week tijd leverde dat enkele honderden hits op, vooral nadat de berichtgeving ook werd opgepakt door Tubantia. Vanochtend was in die krant te lezen, dat de grond gezeefd wordt door bedrijf Groot Zevert. In verband met de afwikkeling en ook voor de volledigheid van mijn blog, verzoek ik u mij een antwoord te geven op de volgende vragen:

  1. De grond wordt gezeefd. Wat gebeurt er met de aangetroffen menselijke resten?
  2. Wordt nader onderzoek gedaan naar aanwezigheid van menselijke resten in het gedeelte dat onder het nieuwe plein komt te liggen?
  3. Krijgt het terrein de waardebepaling historisch kerkhof met de bijbehorende bescherming om te voorkomen dat de gemeente of particulieren in de toekomst in dezelfde fout vervallen?
  4. Wordt de archeologische waardenkaart voor het kerkhof te Neede en andere vóórreformatorische en rondom de kerk/kapel gelegen begraafplaatsen in Eibergen, Rekken, Geesteren, Borculo en Gelselaar aangepast met bijbehorende bescherming?

In afwachting van uw antwoord,

Vriendelijke groet,
Bennie te Vaarwerk

Vanmiddag (5 november) heb ik een informatief gesprek gehad met een medewerker van de gemeente Berkelland naar aanleiding deze e-mail. De situatie was ernstiger dan verwacht. De aangetroffen menselijke resten zijn keurig herbegraven op de Needse algemene begraafplaats. Volgens de medewerker was het gedeelte van het voormalige kerkhof onder het aan te leggen plein nagenoeg geheel geruimd. Ik twijfel daaraan omdat er geen formele grafruiming heeft plaatsgevonden (als dat al kan als je nog niet de exacte ligging van het historische kerkhof hebt bepaald). Nu is het te hopen dat de hele commotie leidt tot vaststelling van gemeentelijk (archeologisch) beleid met betrekking tot de begraafplaatsen van vóór 1829. Dat geldt met name voor de kerkhoven rondom de middeleeuwse parochiekerken in Eibergen, Neede en Geesteren en de kapellen te Borculo, Rekken en Gelselaar (en mogelijk ook Ruurlo, maar daar weet ik niets van). Omdat er over de kerkstichtingen te Eibergen, Neede en Geesteren weinig ‘harde’ gegevens bekend zijn, kunnen aanwijzingen voor de ouderdom mogelijk nog ontleend worden aan (restanten van) begravingen op de rondom deze kerken gelegen begraafplaatsen. Daarom is bescherming van de omliggende kerkhoven een vereiste. Een parochiestichting vond niet plaats als er geen kerkhof was. Voorts vind ik het noodzakelijk dat er protocollen komen voor zowel de gemeente als de eigenaren van de voormalige begraafplaatsen en de uitvoerders van de werkzaamheden. Als het nog kan zou de bescherming zich in ieder geval moeten uitstrekken tot het gehele (ondergrondse) terrein van de begraafplaats. Daarbij kunnen de kadastrale minuutplans van 1832 als basis dienen. Ik blijf e.e.a. volgen.

Bennie te Vaarwerk

Opheffing Erfgoedcommissie Berkelland en intrekking Erfgoedverordening

In de vergadering van de Commissie Ruimte van de gemeente Berkelland van 11 oktober 2012 komt, onder het verhullende agendapunt 13 (‘Bouwverordening Berkelland 2013’) een voorstel aan de orde tot opheffing van de Erfgoedcommissie en intrekking van de Erfgoedverordening. Ervoor in de plaats komt een Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en een nieuwe Bouwverordening Berkelland 2013. De nieuwe commissie CRK is tevens adviescommissie voor welstand en monumentenzorg. Als reden voor de opheffing en intrekking geeft het College op dat de werkwijze van de Erfgoedcommissie niet efficiënt meer is in verhouding tot de personele omvang en tot de adviestaken. De commissie was inderdaad groot, omdat alle heemkundeclubs erin vertegenwoordigd waren. En inderdaad: de inbreng was ook wisselend van kwaliteit. De heemkundigen worden vervangen door één burgerlid, dat waarschijnlijk door de Erfgoedkoepel wordt afgevaardigd. Dit lid kan zich laten bijstaan door (lokale) deskundigen als dat nodig is.
Wie de nieuwe verordening leest, moet de schrik wel om het hart slaan. Monumenten zijn nu ook officieel marginaal geworden en de gemeente doet – overeenkomstig de mode van de tijd – niet meer dan wettelijk verplicht is. De commissie krijgt vooral een passieve taak en weinig mogelijkheden om zelf zaken op de agenda te plaatsen. Omdat deze gemeenteraad steeds blijk heeft gegeven weinig affiniteit te hebben met monumentenzorg, is een commissie die wel van de hoed en de rand weet en bovendien kritisch durft te zijn (ook naar de eigenaren van monumenten toe), van groot belang voor de verdedediging van de belangen van monumenten. De nieuwe verordening wekt de indruk zich vooral op de gebouwen te richten, minder op het landschap en andere cultuurhistorische uitingen. De bemensing van de commissie met afgevaardigden van het Gelders Genootschap is ook een reden tot zorg. Deze organisatie slaagde er maar nauwelijks in om een cultuurhistorische gebiedsbeschrijving te produceren die de toetssteen van de kritiek kan doorstaan. Het is de vraag of het burgerlid in staat is om de lokale en inhoudelijke deskundigheid voldoende in te brengen. In de op te heffen Erfgoedcommissie was naar mijn gevoel sprake van een te grote verbondenheid tussen de gemeenteambtenaren en de afgevaardigden van het Gelders Genootschap, die voor relatieve buitenstaanders, wat de leden van de heemkundekringen zijn, moeilijk te doorbreken was.
Met de sloop van de monumentale voorgevel van voormalig café de Krekel in Eibergen in het achterhoofd, is het voor mij onbegrijpelijk waarom in de nieuwe verordening de sloopbepalingen zijn vervallen. Berkelland lijkt een vrijstaat te worden voor slopers van monumentale panden. De gemeente stond erbij en keek ernaar.
Een laatste punt van zorg is het vervallen van het spreekrecht in de commissie. Gaat dat betekenen dat zowel bezitters van monumenten als belangenverdedigiers monddood worden gemaakt? Slordig vind ik, maar misschien vergis ik mij, dat in bijlage 9 (het reglement op de werkwijze) op meerdere plekken nog verwezen wordt naar de Erfgoedverordening die toch ingetrokken wordt?
Berkelland is de tweede gemeente in de Achterhoek die de erfgoed/monumentencommissie opheft, na Bronckhorst. Op website koketeert de gemeente Berkelland met de monumenten en een landschap waarin het goed toeven is. Monumenten zijn kwetsbaar en verdienen overheidsbescherming, zeg ik Loek Kemming na, die in het septembernummer van Oer (Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers) een commentaar wijdde aan de opheffing van de Monumentencommissie van Bronckhorst. Met de opheffing van de Erfgoedcommissie door Berkelland, maar meer nog met de magere nieuwe verordening en de personele invulling daarvan wordt het fundament onder een verantwoorde gemeentelijke (breed opgevatte) monumentenzorg weggeslagen.

Bennie te Vaarwerk

De oudste boerderij- en veldnamen in het kerspel Groenlo

Het kerspel Groenlo (voor het eerste vermeld in 1188) was het grootste en waarschijnlijk ook het oudste van de vier kerspelen die ooit de heerlijkheid Borculo vormden. Ook in het bisdom Munster behoorde het tot de grootste kerspelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in dit kerspel de meeste en oudste plaats-, boerderij- en veldnamen uit de periode vóór 1500 te vinden zijn. Het kerspel of de parochie Groenlo omvatte vóór 1616 behalve de stad Groenlo (Zutphens) ook het ambt Lichtenvoorde (Borculo) en de buurschappen Beltrum, Lintvelde, Avest en Zwolle. Waarschijnlijk behoorde er ook de buurschap Dijcke of Dijkhoek onder, alsmede misschien de voorstad van Borculo. Dit heeft ermee te maken dat de Oude Grolse Beek of Leerinkbeek zoals de benedenloop van de Grolse Slinge bij Borculo genoemd wordt de oorspronkelijke kerspelsgrens vormde tussen de kerspelen Groenlo, Eibergen en Geesteren (waartoe Borculo kerkelijk behoorde tussen 1337 en 1509). De oudste namen in het kerspel Groenlo zijn Lievelde en Lintvelde.

Raadsel van Olden Eibergen

Al een paar weken is de firma Oranjewoud in opdracht van Rijkswaterstaat bezig met archeologisch onderzoek op het tracé van de toekomstige N18 onder Eibergen. Dat gebeurt in de vorm van proefsleuven. Deze dagen en in de volgende weken zijn de medewerkers bezig met het onderzoek in het kerngebied van Olden Eibergen, de Oldeneibergse Es in de hoek Borculoseweg-Stokkersweg niet ver van boerderij Baak (tot in de 19de eeuw omgeven door een dubbele gracht). Ook aan de andere kant van de Berkel, maar ook nog in Olden Eibergen zijn de verwachtingen hooggespannen voor een terrein aan de Leugemorsweg vlakbij het eveneens ooit omgrachte erve Biezebeek.
De proefsleuf op de Oldeneibergse Es is diep: ca. anderhalve meter zwarte grond moest uitgegraven worden voordat men op de oorspronkelijke bodem zat. In die laag werden dan ook verschillende vondsten gedaan, waaronder sporen van een boerderij uit de 9de – 11de eeuw, maar die mogelijk ook veel ouder is (2000 jaar). De proefsleuven zijn gemaakt op terreinen waar vondsten verwacht werden op grond van vorig jaar gedane boringen en informatie op basis van de archeologische verwachtingskaart (te vinden op de website van de gemeente Berkelland). Het terrein aan de Leugemorsweg belooft eveneens zeer interessant te worden vanwege te verwachten vondsten uit de Bronstijd (periode 2000 – 800 v.Chr.).
Als de onderzoeken zijn afgerond adviseert Oranjewoud de minister vervolgens om op basis van de vondsten wel of geen uitgebreide opgravingen te doen. De aanleg van de N18 en de hooggespannen archeologische verwachtingen in de buurschap Olden Eibergen (maar ook in andere buurschappen, zoals Hupsel) levert misschien aanknopingspunten op om het ‘raadsel van Olden Eibergen’ (= bakermat van Eibergen?) op te lossen. In het gebied tussen de Berkel en de Borculoseweg loopt het geplande tracé vlak tussen een perceel dat de naam ‘Kerkhof’ (wat behalve ‘begraafplaats’ overigens ook heel simpel ‘grond van de kerk’ kan betekenen) draagt en aan de andere kant de molenkolk van de in 1188 genoemde molen Vorewerch, de oudst bekende Berkelmolen.
Toch zijn er wat zorgpunten. Als er opgravingen volgen zullen het geen grootscheepse opgravingen zijn, d.w.z. niet buiten de nu onderzochte proefgebieden. Dat betekent dat een aanzienlijk deel van de Oldeneibergse Es weliswaar anderhalve meter afgegraven moet worden voor het tracé, maar dat er daar geen archeologisch onderzoek zal plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn aan de zuidkant van de Borculoseweg, het esgedeelte tussen Groeneweg en Stokkersweg. Het is dus van belang dat de aanleg nauwkeurig gemonitord wordt. Daar zou een op te richten archeologische werkgroep van de Erfgoedkoepel Berkelland goede diensten kunnen bewijzen, ware het niet dat de professionele archeologen in de amateurs een vertragende factor zien. De amateurs moeten immers goed begeleid (en opgeleid) worden. Daarvoor is geen tijd en geld beschikbaar. Op Eibergse schatgravers, zoals in het recente verleden op het terrein van het voormalige asielzoekerskamp aan de Borculoseweg, zit overigens ook niemand te wachten. Een andere risicovolle factor zijn de financiën. In het kader van de huidige bezuinigingsronde moeten nu al enkele miljoenen bezuinigd worden op het nieuwe tracé.  Als de proefsleuven aanleiding geven tot het doen van grootschalige opgravingen, omdat anders het bodemarchief definitief verstoord wordt, kunnen ook deze noodzakelijke opgravingen mogelijk opgeofferd of beperkt worden in het kader van nieuwe bezuinigingen.
Kortom in het belang van de geschiedenis van Eibergen/Berkelland moet iedereen die deze een warm hart toedraagt de ontwikkelingen nauw in de gaten houden, nu en in de komende jaren en zeker ook wanneer daadwerkelijk tot de aanleg van de nieuwe weg wordt overgegaan.

De nieuwe N18, Olden Eibergen en markenstenen Mallem en Hoonte

In het blad Cobouw van 22 april 2010 was te lezen dat het Kabinet het project N18, de nieuwe en deels aan te passen weg tussen Enschede en Varsseveld, heeft toegevoegd aan de lijst met projecten die met “soepeler” regels versneld van de grond moeten komen. Hiervoor is het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet uitgebreid. Vooral menig Eibergenaar snakt naar de aanleg van de nieuwe weg die het centrum moet ontlasten van het drukke verkeer op de “Twenteroute” die er nu nog doorheen loopt. Dit bericht moet liefhebbers van de Eibergse geschiedenis zorgwekkend in de oren klinken.
In het ontwerp, zoals dat nu voorligt, is rekening gehouden met het behoud van de Hupselse Es, een archeologisch zeer waardevolle es. Er is echter geen rekening gehouden met de Oldeneibergse Es, waar de weg dwars doorheen gaat. Deze es en de weiden ten noorden daarvan tot aan de Berkel bevatten voor de vxf3xf3rgeschiedenis van Eibergen mogelijk uiterst belangrijke sporen. Niet voor niets heet de buurschap Olden Eibergen. Volgens de overlevering moeten we in de buurt van boerderij Baak de bakermat van Olden Eibergen zoeken. Op een kaart, die notaris Ter Braak aan het begin van de twintigste eeuw eens te leen had  uit Worms (!) (Heuvel, Gids voor Eibergen en Groenlo, pag. 96), is er in die omgeving sprake van een kasteel Vorewerck bij Eibergen. Het zou gestaan hebben “aan den Berkeloever nabij de tegenwoordige boerderij Baak”. In die omgeving bestaat er ook een perceel met de naam “Kerkhof”. Direct aan de oostzijde van de Stokkersweg, lag ooit de molenkolk van de Hof te Vaarwerk, nu herkenbaar als een bult die ontstaan is doordat de molenkolk dichtgegooid is met het Eibergse huisvuil. Kortom, we hebben hier te maken met een gebied dat archeologisch van groot belang lijkt te zijn en zorgvuldig onderzoek waard is. Het lijkt er in ieder geval op dat de nieuwe N18 midden over het perceel met de naam Kerkhof loopt. Daarnaast wordt de Oldeneibergse Es ook visueel zwaar aangetast doordat de Borculoseweg door middel van een viaduct over de nieuwe weg geleid wordt.
Verder naar het noorden toe, bij het Sportpark de Bijenkamp, dreigt er gevaar voor de historische markenstenen die de buurschappen Mallem (Eibergen) en Hoonte (Neede) van elkaar scheiden, nu de nieuwe weg ten noorden van dat park geleid wordt.
Voor allen die de Eibergse geschiedenis ter harte gaat luidt daarom ook het devies voor de komende maanden en jaren: alle hens aan dek!