Willem Sluiter en een achterhoek die Achterhoek werd

Gedenksteen Willem Sluiter
Bij gelegenheid van de 300ste verjaardag van de beroeping van Sluiter naar Eibergen, werd deze steen in westwand van de zuidbeuk geplaatst.

In 2003 was het precies 350 jaar geleden dat Willem Sluiter werd geïnstalleerd als predikant van Eibergen. In het voorgaande jaar was hij door de heer van Borculo, die het collatierecht bezat, reeds met deze predikantsplaats begiftigd. Opmerkelijk genoeg was er weinig aandacht voor dit jubileum. Voor de heerlijkheid Borculo én voor de Achterhoek is Sluiter echter van grote betekenis geweest. Zonder Sluiter géén Achterhoek.

Leven
Willem Sluiter werd op 22 maart 1627 in Neede geboren. Hij werd er enkele weken later, namelijk op 8 april, gedoopt. Willem was de oudste zoon van Tileman Sluiter en Geertgen Saelckink. Zijn grootvader van vaderszijde was Albert Sluiter, burgemeester en provisor (gasthuis- of armmeester) van de stad Borculo. Willems vader is vermoedelijk door het huwelijk met Geertgen Saelckink een vermogend man geworden, want Geertgens vader had een bierbrouwerij en graanhandel tegenover de kerk in Neede. Tileman Sluiter trouwde er bij in en zette het bedrijf van zijn schoonvader voort.
Willem Sluiter werd in 1646 ingeschreven als leerling van de Illustere School te Deventer en in 1649 werd hij ingeschreven als student aan de Utrechtse universiteit. Reeds het volgende jaar werd hij toegelaten tot de openbare eredienst, maar het duurde nog tot 1652 toen er een beroep op hem werd uitgebracht. In juni 1652 overleed dominee Rump of Rumphius van Eibergen. De Eibergse kerkenraad wilde aanvankelijk zijn zoon als opvolger, mede omdat men al op de hoogte was van de plannen van de collator, de heer van Borculo, om Willem Sluiter in Eibergen te benoemen. De gemeenteleden moesten niet veel hebben van Sluiter die volgens hen “te swack was”. Ook de Classis steunde aanvankelijk het verzet tegen de benoeming van Sluiter. Men vond dat de benoemingsprocedure niet goed was afgehandeld, maar ook meenden zij dat de akte van collatie niet juist geformuleerd was. In feite had de Classis gewoon te weinig invloed op de gang van zaken gehad. Bovendien wilde men misschien de op dat moment nog rooms katholieke heer, graaf Otto van Limburg en Bronkhorst, dwars zitten. Uiteindelijk werd Sluiter toch door de Classis toegelaten en vervolgens op 24 juli 1653 in het ambt bevestigd.
Sluiter werd op een uitermate boeiend tijdstip in Eibergen benoemd. Na 1648 (Vrede van Munster) kregen de kerken aan weerszijden van de grens een grotere greep op bevolking. Met het aantreden van vorstbisschop Christoph Bernhard von Galen kreeg Münster er een krachtige verdediger van het katholieke geloof bij. De calvinisten in het Münsterland werd het vuur aan de schenen gelegd, met als gevolg dat zij in de aangrenzende Republiek ter kerke moesten gaan. De verzelfstandiging van de kapel van Rekken in 1651 tot een gereformeerde gemeente was niet denkbaar geweest zonder de Vredense geloofsgenoten. Tegelijkertijd oefenden aan de Gelderse zijde van de grens ook de katholieken grotere druk uit op de overheden om hun geloof in vrijheid te mogen belijden. Uiteraard zonder succes. Zij moesten hun heil zoeken op Münsters grondgebied. Op kerstavond 1651 vond in Zwilbroek, net over de grens bij Eibergen-Holterhoek, de eerste massaal bezochte kerstmis plaats, die het begin zou worden van de zielzorg van de paters Franciscanen uit Bocholt voor de katholieken in de heerlijkheid Borculo. Tegen deze achtergrond is de bezorgdheid van de Eibergse gemeenteleden en de Classis Zutphen wel te begrijpen.

Sluiter in een achterhoekje bij de haard
Een prent uit ‘Eensaem Huys- en Winterleven’, het gedicht waarin Sluiters beroemd geworden regel voorkomt.

Zijn leven en werken, maar ook de geschiedenis hebben Sluiter recht gedaan.  Sluiter woonde waarschijnlijk ergens aan de toenmalige Nieuwstraat (nu J.W. Hagemanstraat) in Eibergen, een straat die omstreeks het midden van de 17de eeuw de eerste na-middeleeuwse uitbreiding van Eibergen was. In 1643 is sprake van de verkoop van een huis aan de Nije Strate. In 1688 verkopen de kinderen van Willem Sluiter een huis met daarachter gelegen hof, ‘binnen de stadt Eybergen in de Nieuwstraete’ aan dominee Meiling en zijn vrouw. De exacte locatie is nog niet bekend. Meer informatie over de woonplaats van Sluiter kunt u vinden in het bijgewerkte artikel ‘Van achterhoek tot Achterhoek‘.
In 1662 trouwde Sluiter met Margaretha Sibylla Hoornaert, dochter van de Borculose rentmeester Johannes Hoornaert. Zij was afkomstig uit een voorname familie uit Deventer. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren. Sluiters vrouw overleed al in 1664, kort na de geboorte van het tweede kind. Aan zijn korte huwelijksgeluk herinnert zijn gedicht Doots-Echt-Scheydinge. In 1665-1666 en 1672 werd de heerlijkheid Borculo bezet door troepen van de vorstbisschop van Munster. Sluiter week uit naar veiliger gebieden. In 1673 nam hij een beroep naar het Overijsselse Rouveen aan, nadat hij in Deventer een half jaar de predikdienst had waargenomen. Of hij in Rouveen daadwerkelijk als predikant actief is geweest, is twijfelachtig. Hij stierf te Zwolle in december 1674.

Werken
Willem Sluiter is bekend geworden door zijn gedichten. Hij werd wel eens de Gelderse Cats genoemd. Diverse bundels verschenen van zijn hand, die uiteraard vooral geestelijk van aard waren, maar waarin de band met zijn geliefden en zijn gemeente te Eibergen soms duidelijk naar voren komt. Ook over de Contrareformatie, die dankzij het optreden van de Munsterse vorstbisschop flink de wind in de zeilen kreeg, en ondermeer vorm kreeg in de stichting van het Franciscaner klooster in Zwilbroek (1651), vertrouwde hij zijn gedachten aan het papier toe.
Zijn vaak herdrukte dichtbundels werden tot diep in de negentiende eeuw in de Eibergse en Achterhoekse families gelezen.

De Achterhoek
Daarmee zijn we bij zijn bemoeienis met wat later de Achterhoek is gaan heten. Sluiter werd geboren in de heerlijkheid Borculo, die tot 1616 Munsters was. Dit gebied heeft nooit deel uitgemaakt van de oude graafschap Zutphen. Na 1616 behoorde het formeel echter wel tot Gelderland. Niet meer Munsters, nooit echt Graafschaps, maar een achterhoek. Sluiter is de eerste geweest die dit woord gebruikte:

Dichtregel Achterhoek Willem Sluiter
De beroemde dichtregel van Willem Sluiter, zoals afgedrukt in zijn verzameld werk uit 1838: ‘Waer yemand duysend vreugden soek, mijn vreugd is in dees’ achter-hoek’.

Als hij er al een gebied mee bedoeld zou hebben, dan kan was dat het gebied van de heerlijkheid Borculo. Pas in de loop van de negentiende eeuw werd het een geografisch gebied, waarmee het ten noorden van de Oude IJssel gelegen gebied van de provincie Gelderland werd aangeduid.

Straatnamen
Vanwege zijn verdiensten en de banden met de plaatsen die na 1616 deel uitmaakten van de heerlijkheid Borculo werden in de voormalige gemeenten Borculo (Haarlo), Neede en Eibergen (gemeente “Berkelland) straten naar hem genoemd, en in Eibergen een school.

In april 2015 heb ik aan de 'taskforce' centrumplan Eibergen een plan gepresenteerd om Willem Sluiter nadrukkelijk zichtbaar te maken in Eibergen. Het nieuwe pleintje aan de Kluiversgang, tegenover villa Smits en in de nabijheid van de kerk waar Sluiter preekte, bood een prachtige gelegenheid daartoe. Sluiter moet er met grote regelmaat langs gekomen zijn, op weg van zijn huis aan de toenmalige Nieuwstraat (nu Hagemanstraat) naar de kerk. Het pleintje ligt op een mooie plek voor binnenkomende toeristen en voor hen die een wandeling willen maken vanuit het dorp naar villa Smits/Openluchttheater/Maat en de Berkel. De foto is een compilatie van de voorstellen met Sluiters dichtregels over de 'achter-hoek', Eibergen en de Berkel. Een kunstenaar zal er een geschikte vorm aan geven. Namen voor het nieuwe pleintje werden ook al gesuggereerd: Willem Sluiterplein (niet haalbaar, want er is al een Willem Sluiterstraat), Achterhoekplein en het achterhoekje (met kleine letter). (Foto en compilatie: Bennie te Vaarwerk).
In april 2015 heb ik aan de ’taskforce’ centrumplan Eibergen een plan gepresenteerd om Willem Sluiter nadrukkelijk zichtbaar te maken in Eibergen. Het nieuwe pleintje aan de Kluiversgang, tegenover villa Smits en in de nabijheid van de kerk waar Sluiter preekte, bood een prachtige gelegenheid daartoe. Sluiter moet er met grote regelmaat langs gekomen zijn, op weg van zijn huis aan de toenmalige Nieuwstraat (nu Hagemanstraat) naar de kerk. Het pleintje ligt op een mooie plek voor binnenkomende toeristen en voor hen die een wandeling willen maken vanuit het dorp naar villa Smits/Openluchttheater/Maat en de Berkel. De foto is een compilatie van de voorstellen met Sluiters dichtregels over de ‘achter-hoek’, Eibergen en de Berkel. Een kunstenaar zal er een geschikte vorm aan geven. Namen voor het nieuwe pleintje werden ook al gesuggereerd: Willem Sluiterplein (niet haalbaar, want er is al een Willem Sluiterstraat), Achterhoekplein en het achterhoekje (met kleine letter). (Foto en compilatie: Bennie te Vaarwerk).

Updates:
27 april 2015 (fotocompilatie van voorstel Willem Sluiter-plaquette en fragmenten uit zijn gedichten).
22 februari 2015. Zie hier het bijgewerkte artikel over het ontstaan van het geografische begrip: ‘Van achterhoek tot Achterhoek

Bronnen:

  • Brief van dominee Willem Sluiter aan dominee Martinus Leo á Koolwijk, “opziender” van de Classis Zutphen, 3 oktober Nieuwe Stijl 1672.  Afbeelding – transcriptie
  • Gedicht van Willem Sluiter d.d. 14 juni 1670, n.a.v. een bezoek van dominee Versteeg van Drempt en Keppel aan zijn Eibergse collega.

Literatuur

  • C. Blokland, Willem Sluiter 1627-1673 (Assen, 1965).
  • G.T. Hartong, ‘Willem Sluiter. Enige, voornamelijk bibliografische aanvullingen’, in: Documentatieblad Nadere Reformatie, 5 (1981), nr. 2, blz. 37-60. Voorts: Documentatieblad Nadere Reformatie, nr. 6 (1982), blz. 134-135, en Nadere reformatie en literatuur. Speciaal nr. van Documentatieblad Nadere Reformatie, nr. 19 (voorjaar 1995), afl. 1, blz. 59-60. Digitaal te vinden op deze site.
  • Hendrik Odink, ‘Willem Sluiter, Predikant-dichter’, in: Idem, Uit kroniek en volksmond van de Gelderse Achterhoek (Enschede 1965/1976), blz. 214-247.