Geschiedenis

 

Detail van een kaart van de Graafschap Zutphen van Nicolaes van Geelkerken uit de 17de eeuw (Gelders Archief, AKV 976)
Detail van een kaart van de Graafschap Zutphen van Nicolaes van Geelkerken uit de 17de eeuw (Gelders Archief, AKV 976)

Deze website heeft niet de pretentie een volledig beeld te schetsen van de geschiedenis van Stad en Heerlijkheid Borculo. Hier wordt volstaan met brokstukken en verwijzingen naar andere websites, archieven, instellingen, particulieren en gedrukte publicaties in de hoop dat de lezer/gebruiker enthousiast wordt gemaakt voor verder onderzoek.  Af en toe worden meer of minder thematische sub-pagina’s toegevoegd.
Natuurlijk is er in het verleden veel geschreven over de geschiedenis van Borculo. Een overzicht van de oudere en recente literatuur vindt u in de bibliografie op de bronnen en literatuurpagina. Op diezelfde pagina vindt u een overzicht van recente literatuur. In het blog (berichten) worden nieuwe publicaties gesignaleerd.

Borculo: een leen van de vorstbisschop van Münster
De vaak gehuldigde opvatting is dat de Heerlijkheid Borculo oorspronkelijk een klein gebied rondom het kasteel Borculo heeft omvat. De bouw van dat kasteel hangt vermoedelijk samen met de aanleg van een nieuwe Berkeltak tussen de oude bovenloop van de Berkel bij Eibergen en de benedenloop van de Oude Grolse Beek of Oude Grolse Slinge bij Borculo. Het kasteel lag op een scharnierpunt van de kerspelen Eibergen, Groenlo en Geesteren aan de Oude Grolse Beek. Het gehele gebied, dat in zijn grootste omvang de huidige gemeenten Berkelland (minus het Graafschapse Ruurlo) en Oost-Gelre heeft omvat. Het gebied viel onder het kerkelijk gezag van de bisschoppen van Münster en was in wereldlijk opzicht een leen van de vorstbisschoppen. De heer van Borculo, hoewel dus leenman van de vorstbisschop, gedroeg zich quasi-onafhankelijk.  Van Gijsbert van Bronkhorst, die door zijn huwelijk in 1360 met erfdochter Henrik(a) van Borculo-Dodinkweerde heer van Borculo werd, is bekend dat hij tussen 1364 en 1379 de helft van de heerlijkheid Borculo in bezit had. De andere helft behoorde toe aan de heer van Wisch. In de 17e eeuw is de leenband met Münster verloren gegaan. De heerlijkheid Lichtenvoorde werd in die tijd zelfs formeel tot een Gelders leen gemaakt. De grote afstand tot Münster en de nabije ligging tot Zutphen leidde ook tot banden met Gelre. De band met Gelderland is met name versterkt ten tijde van de heren van Borculo uit het Huis Bronkhorst (1360-1553), alhoewel in 1288 heer Hendrik van Borculo als bondgenoot van de graaf van Gelre en Zutphen sneuvelde in de slag bij Worringen. De Bronckhorsten woonden in de graafschap Zutphen, al beweerden zij dat hun heerlijkheid (vanaf ca. 1530 graafschap) rijksonmiddelijk was. Zij hadden daar en op de Veluwe veel bezittingen. Tenslotte waren zij bannerheren van de graven, later hertogen van Gelre. Pogingen van de graven van Gelre om al in de middeleeuwen vaste grond onder de voeten te krijgen in de heerlijkheid Borculo waren, op enkele uitzonderingen na, niet erg succesvol. De aankoop van Groenlo in 1236 was wel het belangrijkste wapenfeit. Ook wisten zij in de heerlijkheid Borculo en dan met name in de kerspelen Geesteren en Groenlo (Beltrum) veel goederen te verwerven die zij vervolgens in leen uitgegeven hebben, waaronder het Huis Mensink in Geesteren en de Hof te Beltrum (Hofman). Opvallend is het ontbreken van enige Gelderse band met het kerspel Eibergen.

Verkoop van Groenlo
In 1236 verkocht heer Hendrik van Borculo Groenlo aan de graaf van Gelre en Zutphen. Geldgebrek is hiervan de vermoedelijke oorzaak geweest. Groenlo werd vanaf dat jaar een Gelderse enclave in de Munsterse heerlijkheid Borculo. Maar het kerspel Groenlo, dat geheel Lichtenvoorde, een deel van Meddo in het ambt Bredevoort, de voogdij Beltrum, de buurschap Dijcke of Dijkhoek bij Borculo, en – misschien – de buurschap Hupsel omvatte, bleef geheel onder het gezag van de heer van Borculo.

Het Hof te Lichtenvoorde, 1999. Eigenlijk is dit de schuur van het Hof, dat eind 18de eeuw geheel gesloopt werd.
Het Hof te Lichtenvoorde, 1999. Eigenlijk is dit de schuur van het Hof, dat eind 18de eeuw geheel gesloopt werd.

Eenherig van 1360 tot 1616
Borculo en Lichtenvoorde werden eenherig door het huwelijk van Gijsbert van Bronkhorst met Henrik(a) van Borculo-Dodinkweerde. Van Bronkhorst bezat namelijk al het kasteel van Lichtenvoorde. Deze eenherigheid bleef bestaan tot 1616, toen graaf Joost van Limburg-Stirum, als heer van Borculo, een drost benoemde voor Lichtenvoorde. Daarmee werd de onafhankelijkheid van Lichtenvoorde ten opzichte van Borculo hersteld. Lichtenvoorde ging voortaan als een zelfstandige heerlijkheid verder.

20 december 1615: Borculo wordt Gelders
Intussen was er in staatkundig opzicht een belangrijke wijziging gekomen. In het langdurige conflict (dat in de literatuur bekend geworden is onder de benaming “de kwestie Borculo”) tussen de erfgenamen van de laatste heer van Borculo uit het Huis Bronkhorst, graaf Joost (kinderloos overleden in 1553), en de vorstbisschop van Münster als leenheer, over de opvolging in Borculo, wees het Hof van Gelderland vonnis op 20 december 1615. Het Hof wees de heerlijkheid Borculo met Lichtenvoorde toe aan graaf Joost van Limburg en Bronkhorst. Het Gelderse Hof was eigenlijk niet bevoegd zo’n uitspraak te doen, want de heerlijkheid was zonder enige twijfel steeds een Münsters leen. Het vonnis werd ten uitvoer gebracht  doordat troepen van het Kwartier van Zutphen op 27 december 1615 het kasteel en stad Lichtenvoorde, en op 22 en 23 februari 1616 het kasteel en stad Borculo na een korte belegering innamen. Daarbij zijn in Borculo enkele doden en gewonden gevallen.

Het wapen van vorstbisschop Christoph Bernhard von Galen boven zijn grafmonument in de Domkerk te Münster. Het Borculose wapen is er tot driemaal toe afgebeeld.
Het wapen van vorstbisschop Christoph Bernhard von Galen boven zijn grafmonument in de Domkerk te Münster. Het Borculose wapen is er tot driemaal toe afgebeeld.

Hoewel met name nog door vorstbisschop Christoph Bernhard von Galen, die regeerde van 1650 tot zijn overlijden in 1674, nog twee pogingen werden ondernomen om Borculo te heroveren en blijvend onder Munsters gezag te brengen, markeert de datum van 20 december 1615 achteraf gezien toch de definitieve overgang van Borculo van het vorstbisdom Munster naar de provincie, het voormalige hertogdom, Gelderland. De oude marke- en kerspelgrenzen tussen Eibergen en Vreden zouden daardoor op den duur staatsgrenzen worden.

Indeling vanaf 1616
Vanaf 1616 bestond de heerlijkheid Borculo uit de stad Borculo met het schependom en de buurschap Dijcke of Dijkhoek, de stad Eibergen met de marke van de Holterhoek, en de vier voogdijen Geesteren, Eibergen, Neede en Beltrum. Elke voogdij was verdeeld in buurschappen, die soms samen weer een marke vormden, zoals in Geesteren, waar de buurschappen samen de mark van Geesteren vormden. De marken van de voogdij Beltrum (Beltrum, Lintvelde, Avest en Zwolle) vergaderden af en toe gezamenlijk, maar behielden ieder hun eigen markegronden. In de overige gevallen stemden de gebieden van buurschappen en de marken met elkaar overeen.
De kerspelgrenzen kwamen niet overeen met de voogdijgrenzen. De gehele voogdij Beltrum en het schependom van Borculo met de buurschap Dijcke, behoorden tot het kerspel Groenlo. De buurschap Haarlo (met onderbuurschap Waterhoek en het kasteel van Borculo) behoorden eens tot het kerspel Eibergen. Het kasteel werd in 1509 losgemaakt van de parochiekerk van Eibergen en gevoegd onder de nieuwe, van Geesteren afgesplitste, parochie Borculo. De buurschap Gelselaar, evenals Haarlo vallend onder de voogdij Geesteren, was oorspronkelijk onderdeel van het kerspel Neede, waartoe ook de in Diepenheim gelegen buurschap Markvelde behoorde.
De grenzen van tot 31-12-2004 bestaande gemeenten Borculo, Neede, Eibergen en Lichtenvoorde zijn in grote lijnen (uitzonderingen buiten beschouwing gelaten) gebaseerd op de oude voogdijgrenzen. De gemeente Borculo is in 1817 ontstaan door de opgeheven gemeente Geesteren (was voogdij Geesteren) bij de gemeente Borculo (tot dan toe bestaand uit stad en schependom) te voegen. En in 1819 werden de gemeenten die waren ontstaan uit de oude voogdijen Beltrum en Eibergen in de nieuwe gemeente Eibergen samengevoegd.

Als bestuurseenheid viel de Heerlijkheid Borculo definitief uiteen toen per 1 maart 1811 de nieuwe op Franse leest geschoeide indeling in gemeenten (mairieën) en rechtbanken tot stand kwam.