Categoriearchief: Bronnen

Publicatie van het markenrecht van Geesteren (Gld) uit 1647

Op www.heerlijkheidborculo.nl is een nieuwe bronnenpublicatie geplaatst. Het betreft het markenrecht van de mark van Geesteren (Gld) uit 1647. Deze mark, bestaande uit het dorp Geesteren en de buurschappen Over- en Nederbiel, Heure, Lempel, Eszijde en Kulsdom, legde de markenrechten opnieuw vast in oktober 1647, nadat het oude recht ten tijde van het Münsterse bestuur (1579-1616) verloren was gegaan. Ook in de mark van Geesteren was de heer van Borculo erfmarkenrichter. De vergadering van de mark, die holtspraecke of marckenspraecke werd genoemd, vond jaarlijks plaats op de derde dinsdag na Pasen. De namen van de geërfden, zoals de bezitters van de voornaamste erven en goederen werden genoemd, moesten door de markenrichter in het markenboek genoteerd worden. Elke geërfde had één stem. Bezat dezelfde persoon twee volle erven, dan had hij twee stemmen. Geërfden die niet op de markevergadering aanwezig waren hadden voor die keer geen stemrecht. Besluiten (ordonantiën, wilkeuren of resoluties genoemd) werden met meerderheid van stemmen genomen. Dat hoefde overigens niet te betekenen dat het democratische besluiten waren, want een grootgrondbezitter met veel gewaarde erven had natuurlijk meer stemmen. Wie wil weten hoe de stemverhoudingen lagen kan eens kijken in de verpondingskohieren van Geesteren van ca. 1646, waarin de erven zijn onderverdeeld in volle of gewaarde erven, halve of halfgewaarde erven en katersteden of keuterboeren. In de mark van Geesteren waren in 1647 alleen de geheel (volle) en halve geërfden stemgerechtigd. Zij mochten ook aan de tafel zitten. De keuterboeren moesten staan. De erfmarkenrichter werd bijgestaan door twee of meer afgevaardigden van de geërfden. Deze bijzitters werden gecommittierden of gezworenen genoemd (elders, bijv. in Rekken, heetten ze buurmeesters). Zij werden jaarlijks gekozen dan wel herkozen of in hun functie gecontinueerd. De gecommitteerden moesten op de markevergaderingen verantwoording afleggen over het gevoerde beheer. Verder stelde elke buurschap een of meer ingezetenen aan als opzichters van de mark. Zij waren ook een soort politieagent die de overtreders moesten aangeven. De bepalingen van het markerecht gingen o.m.over: – de verkoop of ‘uitgraving’ van markengrond of houtgewas; – het weiden van vee en paarden op de markengronden; – het drijven van varkens en ganzen op de markengronden; – het maaien van plaggen; – het onderhoud van de afrastering ‘(de zogenaamde ‘vrucht’ of ‘wrucht’; in het dialect kent men nog ‘hen vruchten goan’, de afrastering maken; – vee, paarden en varkens moesten voorzien zijn van het brandmerk van de heer van Borculo. Waren ze ‘ongebrand, dan konden ze opgebracht en geschut worden (en tegen betaling van een boete teruggekocht worden). De varkens moesten gekrampt worden om schade aan wortels van bomen te voorkomen.

SSHB-Bronnenpublicatie, deel 7: Beschrijving van de Heerlijkheden Borculo en Lichtenvoorde uit 1777

Eind 1776 kocht Prins Willem V de Heerlijkheden Borculo en Lichtenvoorde van Adam Fxfcrst Czartorisky en diens echtgenote Isabella von Flemming. Nadat in de wintermaanden van 1777 de feitelijke overdracht en beleningen hadden plaatsgevonden liet hij door zijn domeinraden Ardesch en Van der Borch een uitvoerig rapport opmaken van het nieuw verworven bezit en de daaraan verbonden rechten. Het lijvige resultaat (met nog een apart deel aan bijlagen) bevat een complete beschrijving van het gebied, het bestuur van de heerlijkheden, de stadjes Borculo en Eibergen en de voogdijen, maar ook van de havezate Marhulzen onder Groenlo die eveneens aangekocht werd. De Heer van Borculo en Lichtenvoorde, want dat werd de stadhouder door deze aankoop, had een grote invloed op vrijwel alle geledingen van de toenmalige samenleving. De heerlijke rechten worden uitvoerig beschreven. De Heer benoemde veel wereldlijke en kerkelijke functionarissen. Hun taken worden in de beschrijving toegelicht. Ook de organisatie van de rechtspraak wordt beschreven. Verder was de Heer van Borculo erfmarkerichter in de meeste marken van zijn heerlijkheid. Daarnaast was er aan de heerlijkheden nogal wat bezit verbonden dat in het rapport beschreven werd. De beschrijving biedt een uniek en vooral ook compleet kijkje in een feodale wereld die op dat moment nog een kleine twintig jaar te gaan had.

Met de publicatie van het pdf-bestand op www.heerlijkheidborculo.nl (sshb/bronnenpublicaties) slaat de Stichting Stad en Heerlijkheid Borculo een nieuwe weg in. Bronnenpublicaties zullen voortaan uitsluitend nog op de website gepubliceerd worden. Zij trekken vaak een specifiek gexefnteresseerd publiek. Door het oud-Nederlands zijn zij soms niet goed begrijpbaar voor de algemeen gexefnteresseerde, al valt dat met deze publicatie waarschijnlijk nog wel mee. Al jaren merken wij dat de interesse in ouderwetse papieren bronnenpublicaties afneemt. Tegelijkertijd denken wij dat door bronnenpublicatie deel 7 op de website te plaatsen er hopelijk meer mensen zich voor de geschiedenis van Stad en Heerlijkheid Borculo zullen gaan interesseren.

Drie zestiende eeuwse belastingregisters

De transcriptie van de verpondingskohieren uit 1646 wordt al jarenlang veel gedownload. In 2003 werd in deel 9 van de Kleine Reeks. Verhalen over de geschiedenis van Stad en Heerlijkheid Borculo een transcriptie geplaatst van drie zestiende eeuwse belastingregisters van de heerlijkheid Borculo. Schatting is een oud woord voor belastingheffing op vermogen. De registers dateren uit respectievelijk 1529, 1553-1554 en 1570-1571. Zij geven een inzicht in de bevolkings- en nederzettingsgeschiedenis, boerderij- en familienamen per buurschap, rijkdom en armoede en het verloop daarin gedurende 50 jaar. Op www.heerlijkheidborculo.nl is vandaag een bewerking geplaatst van de in het Gelders Archief berustende afschriften (kopiexebn) van de originele registers in het Staatsarchiv Mxfcnster (tegenwoordig Abteilung Westfalen). De stadjes Borculo, Eibergen en ook Lichtenvoorde waren hoogstwaarschijnlijk vrijgesteld van deze belasting, want men treft ze niet aan. De transcriptie was geen eenvoudige klus, waarbij de omstandigheid meespeelt dat ook de afschrijver het er al moeilijk mee had toen hij de originelen omstreeks 1600 afschreef. Vandaar dat het kan gebeuren dat sommige namen nogal vreemd geschreven zijn. Het is te hopen dat de originelen nog eens gevonden zullen worden. Voor een uitgebreide toelichting en achtergronden wordt verwezen naar het genoemde deel van de Kleine Reeks.

Afbeeldingen oud-rechterlijk archief Borculo vanaf 1483

Verreweg het grootste deel van het oud-rechterlijk archief van Stad en Heerlijkheid Borculo dateert van na 1600. Er is wel eens beweerd dat de vorstbisschop van Munster, die na 1579 zelf het roer in de heerlijkheid Borculo in handen nam, het oudere deel van de archieven naar Munster heeft gebracht. Als dat waar is, dan kan het maar een betrekkelijk klein gedeelte zijn geweest. In de negentiende en twintigste eeuw heeft een uitruil van archieven plaatsgevonden tussen het Staatsarchiv Munster en het toenmalige Rijksarchief in Gelderland in Arnhem. De toen verkregen stukken zijn terecht gekomen in het archief van de Heren van Borculo. Toch berusten er in Munster veel op stad en heerlijkheid betrekking hebbende archieven. Dat wordt vooral veroorzaakt door het feit dat de bisschoppen naast het wereldlijk gezag ook het kerkelijk gezag over het gebied uitoefenden en er een goede adminstratie op na hielden, vooral na 1579. De heren van Borculo uit de huizen Bronckhorst van Van Limburg-Stirum waren in dat opzicht bepaald onnauwkeurig. Pas onder de Oranjes (1776) werd er opnieuw een goede adminstratie ingericht. Wat ook niet geholpen heeft is de slechte archiefzorg van de oude gemeente Borculo, waar het grootste deel van het oud-rechterlijk archief terecht kwam na de opheffing van de oude rechtspraak in 1811. Mede door die bewaring zijn veel archieven verloren gegaan of verkeren (nog steeds!) in een zodanig slechte toestand dat een groot deel van het oud-rechterlijk archief niet ter inzage kan worden gegeven.
Er zijn slechts een paar Middeleeuwse protocollen bewaard gebleven. Zij bestrijken de jaren 1483-1527. Bij wijze van proef zijn van de eerste 50 bladzijden van inventarisnummer 160, dat de administratie van civiele zaken voor het landgericht over de periode 1483-1495 bevat, in blokken van 10 foliobladen in pdf-formaat op de website geplaatst. De toegang loopt (uiteraard) via de inventaris van het oud-rechterlijk archief. Helaas is er nog geen index op de inhoud van deze protocollen beschikbaar. Vanwege het handschrift zijn de stukken waarschijnlijk vooral geschikt voor de geoefende lezer.

Samenvattingen belastingaangifte op erfenissen, 1795-1802

De serie samenvattingen van belastingaangiften en de daarover genomen besluiten c.q. beschikkingen inzake  de zgn. collaterale successie van de gedeputeerden van het Kwartier van Zutphen en hun rechtsopvolgers, is compleet voor wat betreft de Heerlijkheid Borculo met de publicatie van de jaren 1795-1797 en 1798-1802.