1 Maart 1811: Einde van de heerlijkheid Borculo

Op 9 juli 1810 maakte keizer Napoleon bij decreet (van Rambouillet) bekend dat het koninkrijk Holland van zijn broer Lodewijk Napoleon werd ingelijfd van het Franse keizerrijk. Na de voorbereidende maatregelen volgde de daadwerkelijke inlijving op 1 maart 1811. Die datum markeert derhalve het definitieve einde van de heerlijkheid Borculo, want vanaf dat moment was de bestuurlijke, rechterlijke en administratieve indeling op Franse leest geschoeid. De oude rechtbanken van Borculo werden opgeheven. Alleen de laagste rechtspraak bleef lokaal met “vredegerechten” (tot 1838) in Borculo (voor Borculo, Neede en Geesteren) en Eibergen (voor Eibergen en Beltrum).  De arrondissementsrechtbank werd in Zutphen gevestigd. Ook werd het notariaat uit de rechtspraak gelicht. Notarissen vestigden zich in Borculo, Eibergen en Neede. Op 1 maart 1811 werd een gemeentelijke indeling van kracht: Borculo met Dijkhoek, Geesteren met Haarlo en Gelselaar, Neede met Broeke of Rietmolen en een stuk Haaksbergen ten zuiden van de Schipbeek, Eibergen met Rekken en Beltrum met Lintvelde, Avest en Zwolle. Behalve Borculo en Neede waren deze gemeenten (mairiexebn) opvolgers van de voormalige voogdijen van de heerlijkheid. Een ander gevolg was dat de burgerlijke stand werd ingevoerd.

Kortom, het is dus op 1 maart 2011 200 jaar geleden dat de gemeenten Borculo, Geesteren, Eibergen, Neede en Beltrum werden opgericht. Geesteren werd al in 1817 bij Borculo gevoegd en Beltrum in 1819 bij Eibergen. Op wat kleinere grenswijzigingen na (Neede/Haaksbergen en Borculo/Laren) bleef deze indeling bestaan tot 1 januari 2005 toen deze gemeenten opgingen in Berkelland. Enige uitzondering was de buurschap Zwolle en wat delen van Avest die overgingen naar Oost-Gelre.