Knieperkes en nieuwjaarsgebruiken

Alle lezers van dit blog en gebruikers van de website www.heerlijkheidborculo.nl wens ik ‘völle heil en zegen’ of een ‘zalig ni-j joar’ toe. Terwijl heel het land aan de oliebollen zit of heeft gezeten, was er in de afgelopen week ook enige mediabelangstelling voor de knieperkes of, zoals ze vernederlandst worden genoemd: kniepertjes. Het zijn van oorsprong dunne en platte nieuwjaarskoeken die vooral in Oost-Nederland kunnen bogen op een lange geschiedenis. Zij werden tussen kerstmis en Driekoningen gebakken met een ‘iezer’,  een speciaal gemaakt nieuwjaarskoekijzer, dat bestond uit twee ijzeren bladen met lange stelen. In de bladen waren vaak (simpele) voorstellingen, patronen, namen of initialen aangebracht. Door het samenknijpen van de bladen, vandaar de naam ‘knieperkes’ ontstond zo de kenmerkende platte en meestal ronde vorm. Hendrik Odink (1889-1973), de Eibergse timmerman en heemkundige, heeft de traditie en geschiedenis van het ‘knieperkes bakken’ beschreven in een artikel ‘Nieuwjaarskoekijzers’ in zijn bekende bundel Uit kroniek en volksmond van de Gelderse Achterhoek (1976-2). Hij beschrijft daarin een Eibergs ‘iezer’ dat dateert uit 1613. Knieperkes zijn meestal rond, maar konden volgens Odink ook rechthoekig zijn. Volgens hem waren de knieperkes die gebakken werden vóór Nieuwjaar plat, na Nieuwjaar waren ze (vooral de rechthoekige) opgerold. Deze opgerolde knieperkes symboliseerden, ik citeer Odink, ‘het nieuwe jaar dat nog in de windselen ligt en de toekomst verborgen houdt.’
Bij de Eibergse bakkers waren helaas geen knieperkes te verkrijgen. Gelukkig kon ik wel terecht bij Museum De Scheper, waar men echter alleen opgerolde knieperkes maakte. Op verzoek hebben de vrijwilligers ook een serie platte knieperkes gemaakt, want het was nog in het oude jaar. Ze smaakten heerlijk en ik hoop er volgend jaar weer terecht te kunnen. Het zou mooi zijn om de traditie dan vergezeld te laten gaan met een tentoonstelling van nieuwjaarskoekijzers. Ook dan moet je het ijzer smeden als het heet is.
Bennie te Vaarwerk