Geschiedenis van de ‘oude’ N18: de fabriek van Bouquié in Eibergen

Als alles meezit, zal het dorp Eibergen in 2018 bevrijd zijn van het doorgaande verkeer. De huidige ‘Twenteroute’, zoals de N18 in het dagelijks spraakgebruik wordt genoemd,  doorsnijdt het dorp. Deze dan oude N18 heeft nog niet eens zo’n heel oude geschiedenis, want hij begon pas in 1837, in de eeuw die  momenteel de ‘IJzeren Eeuw’ wordt genoemd, met de bouw van een nieuwe brug over de Berkel bij Eibergen, op de plek waar tot dan toe een vonder lag. Met die brug kreeg het dorp Eibergen voor het eerst in zijn geschiedenis een vaste oeververbinding voor het vrachtverkeer met het noordelijk deel van de gemeente en Twente.

De huidige Nieuwe Brug in de N18 over de Berkel in Eibergen.
De huidige Nieuwe Brug in de N18 over de Berkel in Eibergen.

De aanleiding was de vestiging van een textielfabriek op de noordelijke oever, in de buurschap Mallem, in 1834. De bouwer en eigenaar van die fabriek, Jean Baptiste Paul Bouquié, was een van de drijvende krachten achter de bruggenbouw en de aanleg van de wegverbinding Enschede-Haaksbergen-Eibergen-Groenlo, die pas gestalte kreeg in de jaren ’50 van de negentiende eeuw. De weg zou uitgroeien tot de belangrijkste noord-zuidverbinding in de Achterhoek.

De fabriek van Bouquié in Mallem in 2014. Gebouwd in 1834. Het is waarschijnlijk de enige aan de buitenzijde vrij gaaf bewaard gebleven textielfabriek in Oost-Nederland uit de 'Gründerzeit' van de textiel. Het wachten is nu op een goede en geschikte bestemming.
De fabriek van Bouquié in Mallem in 2014. Gebouwd in 1834. Het is waarschijnlijk de enige aan de buitenzijde vrij gaaf bewaard gebleven textielfabriek in Oost-Nederland uit de ‘Gründerzeit’ van de textiel. Het wachten is nu op een goede en geschikte bestemming.

De eerste publicatie (longread) handelt over Jean Baptiste Paul Bouquié (1778-1855) , een Belg die in Eibergen terecht kwam en er het eerste grootschalige fabrieksgebouw neerzette. Zijn komst betekende ook de aanpassing van de eeuwenoude en voor grootschalige industriële activiteiten totaal ongeschikt infrastructuur. Met de bouw van de Berkelbrug – in 1837 – kreeg Eibergen zijn eerste vaste oeververbinding met de noordelijke Berkeloever. De bouw was noodzakelijk geworden, omdat Bouquié zijn fabriek niet in het Berkeldal bij het dorp bouwde (zoals later Ten Cate en Prakke deden), maar op de noordelijke Berkeloever in de buurschap Mallem. De sterk vervallen fabriek staat er gelukkig nog steeds en is aan de buitenzijde nagenoeg ongewijzigd gebleven. Er wordt al heel lang gezocht naar een bestemming voor dit voor Oost-Nederland unieke textielmonument van de IJzeren Eeuw.

Aanvulling 27 april 2017
Deze week is, dankzij een gulle sponsor, een tekst bij het schoongemaakte graf van J.B.P. Bouquié geplaatst. Later komen er nog QR-codes bij, zodat bij het graf een filmpje bekeken kan worden over de betekenis van deze textielfabrikant voor Eibergen. Inmiddels vordert de rstauratie van de buitenkant van de Mallemse fabriek (‘Kastanjefabriek’ of ‘Gemavo’ in de volksmond) heel aardig. En het moet gezegd: het wordt fraai, erg fraai. Een aanwinst voor Eibergen en de regio van waaruit Eibergen en de Achterhoek over enige tijd op allerlei manieren bezocht kunnen worden. Met andere ontwikkelingen in de omgeving van Eibergen durf ik wel te zeggen dat Eibergen over het fraaiste Berkelfront in de Achterhoek beschikt.

Aanvulling 18-9-2017.
In een nieuw blog over de geschiedenis van de Nieuwe Brug over de Berkel, gebouwd in 1837, zijn enige aanvullingen opgenomen over de komst van de fabriek van Bouquié naar Eibergen. Daarin ook (veel) meer kaartmateriaal.

bennie te vaarwerk