Categoriearchief: Groenlo

Topstukken

Bijgewerkt 9 augustus 2017

Wat moet ik nog zeggen over archiefonderzoek? Laatst zei iemand dat ik me dan wel in een snoepwinkel zou wanen. Soms lijkt het daar wel op, en vandaag leverde onderzoek in het Gelders Archief een paar topvondsten op, althans in mijn opvatting. Nog leuker wordt het, als je nog zelf in de pakken papier mag bladeren. Ik vrees de dag dat je alleen nog onderzoek via het internet kunt doen. De geur van en het gevoel bij archiefstukken laat zich niet vangen in foto’s.

Momenteel concentreert zich mijn onderzoek rond de thema’s geschiedenis van de N18, van de markenverdelingen in de negentiende eeuw in de voormalige heerlijkheid Borculo en Willem Sluiter en de Achterhoek. In 2018 is het 350 jaar geleden dat de Eibergse predikant-dichter zijn beroemd geworden zinsnede publiceerde over de ‘achter-hoek’. De N18 krijgt, zoals de volgers van mijn twitteraccount en website kunnen weten, een opvolger in de vorm een nieuwe autoweg van Groenlo naar Enschede, die onder Eibergen voor een groot deel over voormalige markengrond gaat. Bovendien is het dit jaar precies 180 jaar geleden dat in Eibergen een brug over de Berkel gebouwd werd, die beschouwd moet worden als het begin van de latere Twenteroute, de populaire benaming voor de N18. In december 1837 stortte de nieuwe brug bijna in als gevolg van een ongekende overstroming. Op beide gebeurtenissen kom ik in een afzonderlijk blog terug. Bij elkaar levert dat veel nieuw bronnenmateriaal op, dat de komende tijd nader bestudeerd wordt.

Wat dat onderzoek ook oplevert, zijn veel ‘bijvangsten’, die soms misschien nog niet direct een verhaal opleveren, maar die ik u ook niet wil onthouden. De meest bijzondere gevallen zijn de gesloopte kerk van Gelselaar en de verbouwde kerk van Geesteren.

Constructietekening van Waterstaatsarchitect T. Buerink van de kerk van Gelselaar uit 1840. Hoeveel schilderachtiger zou Gelselaar nu zijn geweest als deze kerk behouden had kunnen worden? (GldA, 0108, RWS, inv.nr. 367)

In de eerste plaats zijn daar een constructietekening en een plattegrond van de oude kerk van Gelselaar uit 1840. Kennelijk is er eerst een poging gedaan de bouwvallige kerk te behouden. Uiteindelijk is dat niet gebeurd en  werd de middeleeuwse kerk gesloopt en vervangen door de huidige.  Net als de moederkerk, die van Neede, had de Gelselaarse kapel (en vanaf 1616 zelfstandige gereformeerde gemeente) een hoger koor en lager schip(je). Volgens onderstaande plattegrond had de kerk een totale lengte van ruim 17 meter.

De plattegrond van de oude kerk van Gelselaar uit 1840, getekend door T. Buerink. (GldA, 0108 RWS, inv.nr. 367).
Op 14 april 1841 werd de eerste steen gelegd voor het huidige kerkje van Gelselaar, dat dus het laatmiddeleeuwse/16de eeuwse kerkje verving.

In 1841 werd de eerste steen gelegd voor het nieuwe kerkgebouw.  Gelukkig is de oude kerk door de bewaard gebleven tekeningen van Buerink goed gedocumenteerd.

Rijkswaterstaat, dat zich tot in het derde kwart van de negentiende eeuw bemoeide met de kerkenbouw (waaruit de zgn. Waterstaatskerken voortkwamen, waarvan een goed voorbeeld nog in Laren Gld. te zien is), heeft ook een plan gemaakt voor herstellingen aan de kerk van Geesteren. Ook daarvan zijn een constructietekening  en een plattegrond bewaard gebleven ,waarop ondermeer de ‘Borculose’ kapel aan de Geesterse moederkerk nog te zien is.

De zuidzijde van de kerk van Geesteren, 1836. De Waterstaatsarchitect adviseerde om kerk en koor onder één kap onder te brengen, zodat het plafond (!) in de kerk ook op gelijke hoogte kon blijven. Hij adviseerde om een van de ‘kapellen of vleugelgebouwen’, die beide bijna geheel vervallen waren, te herbouwen als consistoriekamer, en de ander te slopen en het afbraakmateriaal te hergebruiken voor het dichtmetselen van de muur tussen koor en te slopen kapel. (GldA, 0108, RWS, inv.nr. 246)

De ‘kapellen of vleugelgebouwen’ zijn op de deze tekeningen flink hoger dan de latere herbouwen, zoals men nu nog kan zien:

De kerk van Geesteren, gezien vanaf de zuidzijde. Met de latere en lagere aanbouw op de plek van de voormalige kapel.
De plattegrond van de kerk van Geesteren, met de beide oude kapellen of ‘vleugelgebouwen’. Opvallend zijn de houten pilaren aan een zijde in de kerk (GldA, 0108, RWS, inv.nr. 246)

Tot nu tot hebben we bemoeienissen gezien van Waterstaat met toen bestaande kerken. Maar Rijkswaterstaat heeft ook nieuwe kerken ontworpen, zoals die van Rietmolen in 1834. Ter vergelijking het veel luxere ontwerp voor de hervormde kerk van Hummelo:

Ontwerp van de voorgevel voor de kerk van Rietmolen door Watertstaatsarchitect G.J. Dibbets, 1834. (NA, 4WID, inv.nr. 202).
Ontwerp-voorgevel voor de te vervangen kerk van Hummelo van Waterstaatsarchitect G.J. Dibbets. (NA, 4WID, inv.nr. 200) N.B. Volgens een mededeling die ik op 9 augustus via Twitter ontving, is de (huidige) kerk van Hummelo géén Waterstaatskerk.

In de volgende galerij nog wat meer details uit de Waterstaats-ontwerpen van de tekeningen voor de rooms-katholieke kerk van Rietmolen en de Nederlandse Hervormde kerk van Hummelo. De bankenplannen (interieurs) geven in essentie de verschillen weer tussen de hervormde kerk (banken gegroepeerd in een halve cirkel rond de preekstoel, van waaraf het Woord wordt verkondigd) en de katholieke kerk, waar het bankenplan gericht is op het altaar, waar het misoffer door de priester wordt gecelebreerd, met de gelovigen als toeschouwer.

De jaren ’20 en ’30 van de negentiende eeuw zijn ook jaren waarin veel plannen voor nieuwe wegen worden gemaakt. De weg Zutphen-Winterswijk via Groenlo, waarvoor in 1827 door Dibbets een plan werd gemaakt, is er daar één van. Op deze kaart van de gemeente Groenlo,  is de nieuwe rijksweg met een dikke rode streep weergegeven.

Detail van een kaart van de gemeente Groenlo, ongedateerd [2de kwart 19de eeuw], geen kaartenmaker vermeld of bekend. Vermoedelijk gemaakt ten behoeve van werken aan de Slinge. (NA, 4Aanw, inv.nr. 439-12)
In 1829 maakte Waterstaatsarchitect G.J. Dibbets een tekening voor een hek voor de Beltrummer- en Lievelderpoorten in Groenlo, compleet met slot. Of ze ooit zo uitgevoerd zijn, zal een ter plaatse deskundige wel weten.

Ontwerp voor een hekwerk voor de Beltrummer- en Lievelderpoorten te Groenlo van G.J. Dibbets, 1829 (GldA, 0108, RWS, inv.nr. 411)

Dibbets heeft zich ook intensief bemoeid met de wegaanleg Eibergen-Neede en de bouw van de eerste Berkelbrug in Eibergen, in 1837. Daarop kom ik in een afzonderlijk blog nog terug, maar hier alvast zijn ontwerp voor de weg op Needs grondgebied, dus vanaf de Voort, zo ongeveer tegenover de Needse kerk op de hoek Oudestraat-Stationsweg,  tot het erve Schurink in Hoonte. Opvallend is dat de beoogde weg liep door de Voort, waarvan de architect  in de weg opmerkt: ‘de voort, een lage, meest altijd onder water staande weg, tevens voor waterleiding dienende, niet als buurtweg bekend’. Nog steeds ligt de weg in het oudere deel van het dorp lager dan de omgeving aan weerszijden, dus een waterafvoerende functie was er wel. De plannen voor de weg maakten ook dat de architect opmerkte dat het ‘Voortvonder in de togtgraven zal kunnen vervallen’.

Ontwerp van een weg Neede- Eibergse grens, 1836, door G.J. Dibbets. (GldA, 0108, RWS, inv.nr. 363)

Huize ‘De Voort’ op de hoek Oudestraat-Stationsweg. Daarachter ligt de wijk de Hofmaat. Toen die wijk werd gebouwd, is de Stationsweg doorgetrokken.

Huize de Voort in Neede. Goed dat die historische naam op deze plek bewaard is gebleven.

Tenslotte nog een detail van een kaart van de grens bij Eibergen-Zwillbrock. Ook, omdat op 1 september a.s. het lang verwachte boek over de Eibergse buurschap Holterhoek verschijnt. De kaart is in 1827 gemaakt en hoort bij een overeenkomst tussen Nederland en Pruissen over het recht van klauwengang of ius compascuum, het recht op het gebruik van de gemene weidegronden. Het weidende vee trok zich immers niets aan van staatsgrenzen, die ook markengrenzen waren. Omdat ook de markenverdelingen aan beide zijden van de grens voortschreden, moesten ook nadere afspraken worden gemaakt over die oude weiderechten, die maar al te vaak aanleiding waren geweest voor conflicten tussen marken/kerspelen en daardoor ook een risicootje vormden voor de goede verhouding tussen staten. Een van de aardige dingen van het kaartje is dat het klooster Zwillbrock er nog in zijn oude U-vorm op vermeld wordt, hoewel het klooster al enkele jaren eerder voor afbraak was verkocht. Alleen de kerk en het aangrenzende kloosterdeel bleven behouden.

Detail van een kaart van de grens tussen Winterswijk/Ratum en Zwillbrock uit 1827. De kaart hoort bij een grensverdrag tussen Nederland en Duitsland van 11 april 1827 over het recht van klauwengang. (GldA, 0108, RWS, inv.nr. 411)

Het verdrag voorzag ook een kleine grensaanpassingen, o.a. bij de Paalhaar in de Holterhoek. Daardoor werd Nederland (en dus ook de gemeente Eibergen is groter. Deze en andere grensaanpassingen waren meestal het gevolg van compensatiemaatregelen voor het verlies van weiderechten.

Aanpassing van de grens tussen Nederland en Pruissen in de Holterhoek in de omgeving van het erve Paalhaar. In artikel 3 van het verdrag werd de grensaanpassing als volgt omschreven: ‘Dewijl echter bevonden is, dat de Nederlandsche ingezetenen daar de opheffing van hun weideregt in het tot het vorstendom Munster behorende zoogenoemde Swilbroekerbosch, hetwelk volgens de vroeger vermelde overeenkomsten van 1765 en 1766 steeds open en onopgegraven moet blijven liggen, meer nadeel zouden lijden dan zij door opheffing van het weideregt der Munstersche ingezetenen op het Nederlandsche grondgebied aan die zijde bevoordeeld kunnen worden, zoo is men overeengekomen, dat de steenen no. 35 en 39 onveranderlijk blijven, doch de linie van no. 35 tot 36 zoo ver wordt verlengd, dat de steen no. 36 waar hij nu staat, weggenomen en op den hoek van Paalhaarskamp in het midden de sloot geplaatst wordt en voorts de steen no. 37 aan de zuidwestelijken hoek van genoemde kamp komt te staan, terwijl dan de steen no. 38 zoo ver voorbij den zuidwestelijke hoek van de kamp geplaatst wordt, dat tusschen de palen no. 36 en no. 39 de zeven en eenzevende bunder (5000 vierk. roeden Rhijnl. maat) gronds vallen, welke aan die van Eibergen en Rekken tot vergoeding voor het gemis van het weideregt in het Swilbroek toegewezen zijn, waarbij het groenland roede voor roede en het heideveld twee roede voor eene genomen zullen worden, zoo als dit op de hierneven gevoegde nieuwe kaart volgens geometrische bepaling aangewezen wordt. Hierbij zal dus aan die van Eibergen en Rekken overgaan een hoek, thans nog Pruissische grond, groot 7 1/7 bunder (vijfduizend vierkante Rhijnlandsche roeden), welke aan het grondgebied der Nederlanden, gemeente Eibergen, wordt ingelijfd, tegen opheffingen der bepalingen in het verdrag van den 22 october 1766 voorkomende, volgens welke het Swilbroeker gemeene bosch onopgegraven en open zoude blijven liggen, wordende dit broek of bosch na en tegen dezen afstand van alle servituten, welke daarop door boven omschreven verdrag gelegd waren, waren voor het vervolg ontheven. In welke bepaling door wederzijds belanghebbende zoo ver nodig en dienstig, is toegestemd.’ (GldA, 0108, RWS, inv.nr. 411, Verdrag van 11 april 1827 tussen Nederland en Pruisen ter opheffing van de wederzijdse weiderechten, afschrift)

Het was weer een waar genoegen. Dank aan de bezochte archiefdiensten, Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Nationaal Archief en Gelders Archief voor de prima dienstverlening. Ik kan voorlopig weer verder, ook al zijn niet al mijn vragen opgelost (o.a. de vraag waar Willem Sluiter woonde in Eibergen, toen hij zijn bekende achter-hoek-regel dichtte). Dus ik kom nog wel een keer terug.

Bennie te Vaarwerk

Open Monumentendag in Berkelland en Groenlo 2016

Het was me het Open Monumentendagje wel. Er was veel te beleven en nog meer aangekondigd in Berkelland en omgeving. Dat laatste was voor mij reden om naar Groenlo te gaan, maar de kelders van het voormalige stadhuis bleken op Open Monumentendag (en andere dagen) alleen op afspraak geopend. Ook de Oude Calixtuskerk was gesloten voor individuele bezoekers. Het leek in Groenlo wel Gesloten Monumentendag. Jammer. Op de heenweg over de fietsspoorbaan gereden. Door de komst van de nieuwe N18 wordt deze onder de oude gemeente Eibergen op maar liefst drie plekken doorsneden. Een tocht naar Groenlo zal t.z.t. een langdurige onderneming worden, maar dat geldt straks ook voor zo’n tochtje met  de auto. Misschien moet er tussen beide plaatsen maar een extra glasvezelverbinding aangelegd worden of een dronedienst ingesteld worden. De mais moest hier en daar al gemaaid worden, omdat men deze week begonnen is met de kap van de bomen voor de aanleg van de weg. In de weidelanden tussen Eibergen en Groenlo zijn de piketpaaltjes voor de nieuwe N18 al geplaatst. Over twee jaar is in dit gebied veel definitief geschiedenis.

Dan Berkelland. ’s Morgens werd in Neede de eerste Erfgoedprijs Berkelland uitgereikt aan oud-journalist, Heuvel-, Sluiter- en Zwaluwenkenner Arend Heideman. Zeer verdiend overigens.

In het Museum De Scheper was er een doorlopende belangstelling voor o.a. de tentoongestelde missaalrest, waarover ik al eerder geblogd heb.

Aan het eind van de middag nog even de Kastanjefabriek, de in 1834 door J.P.B. Bouquié in 1834 gebouwde textielfabriek in de Eibergse buurschap Mallem, bezocht, die verbouwd wordt tot hotel. Ik hoop dat het allemaal lukt. Aan het eind van het jaar zit het dak weer dicht. Bij elk bezoek laat de fabriek nog verrassingen zien.

Soms verdwijnen karakteristieke panden geleidelijk uit de tastbare geschiedenis. Het erve Brooks aan de Rekkense Binnenweg behoort tot die categorie. In drie jaar tijd verdween het van de aardbodem. Overigens met een langere voorgeschiedenis, want er was al jaren geleden een oerlelijke schuur meteen voor het oude voorhuis gebouwd. Als er een prijs uitgereikt zou kunnen worden voor verwaarlozing c.q. vernietiging van (potentieel) erfgoed, dan zou ik die dit jaar willen uitreiken aan de eigenaar van dat ooit zo karakteristieke T-huis in Rekken. Het gezegde, alles van waarde is weerloos, gaat ook hier op.

Bennie te Vaarwerk

 

Het ‘Verloren kerkhof’ in Groenlo, bedreigd erfgoed tussen de oude en nieuwe N18

De poort die toegang geeft tot het 'Verloren Kerkhof' aan de huidige N18 te Groenlo, op de grens van de voormalige gemeenten Groenlo en Eibergen, maar in het stadsschependom gelegen. De nieuwe N18 wordt over de voormalige vuilstort (op de foto op de achtergrond) aangelegd.
De poort die toegang geeft tot het ‘Verloren Kerkhof’ aan de huidige N18 te Groenlo, op de grens van de voormalige gemeenten Groenlo en Eibergen, maar in het stadsschependom gelegen. De nieuwe N18 wordt over de voormalige vuilstort (op de foto op de achtergrond) aangelegd.

In september 2016 begint de aanleg van de nieuwe N18 tussen Groenlo en Enschede. In dat kader wordt nu al een archeologisch onderzoek bij Groenlo uitgevoerd. Eén van de terreintjes waar tot nu toe weinig belangstelling was, betreft het terrein aan de huidige N18 tussen Groenlo en Eibergen tegenover de benzinepomp aldaar.

Detail van een topografische kaart uit 1935, rondom de huidige N18 en de voormalige spoorlijn. In de onderste helft wordt de begraafplaats aangegeven. De onderbroken lijn erboven is de oude gemeentegrens tussen Eibergen en Groenlo.
Detail van een topografische kaart uit 1935, rondom de huidige N18 en de voormalige spoorlijn. In de onderste helft wordt de begraafplaats aangegeven. De onderbroken lijn erboven is de oude gemeentegrens tussen Eibergen en Groenlo.

Een ander deel van het bewuste terrein is in het verleden als vuilstort van de gemeente Groenlo in gebruik geweest. Het westelijk deel van dat terrein, dat direct grenst aan het fietspad langs de N18, staat op oude(re) kaarten te boek als begraafplaats. In de volksmond is dat terrein bekend als het ‘Verloarne Karkhof’, ‘verloren kerkhof’. Een poort in het hekwerk geeft er nog toegang toe. Op diverse topografische kaarten vanaf de negentiende eeuw wordt het terrein aangeduid als ‘Begraafplaats’, op andere kaarten staan er alleen kruisen ingetekend.  De nieuwe N18 gaat, als je hem op deze kaart zou projecteren, geheel parallel lopen aan de huidige weg.

‘Verloren’ kerkhoven zijn op meerdere plaatsen in het land te vinden, o.a. in Bilthoven en Roermond. Het woord ‘verloren’ heeft geen betrekking op een kerkhof dat ‘kwijtgeraakt’ is, maar heeft vooral betrekking op de ‘verlorenen’ die er in een anoniem graf begraven werden en voor wie op in de gewijde grond rondom de oude kerkgebouwen en in de 19de eeuw, op de vooral iets vóór 1830 aangelegde, nieuwe begraafplaatsen, geen plek was. Op deze begraafplaatsen werden heidenen (ongelovigen), terechtgestelden, zelfmoordenaars, zwervers en zelfs ongedoopte kinderen begraven.

Detail van de 'landweerkaart' van Nicolaes van Geelkercken, uit de periode 1628-1656. Het noorden is onder. Groenlo, met het bekende silhouet is boven. Naar beneden, op de kaart links van de weg naar Eibergen, is de (Grolse) galg afgebeeld. Verder vinden we er de 'Hupseler Beeck', de natuurlijke grens tussen de kerspelen Eibergen en Groenlo, het voormalige Kwartier van graaf Ernst van Nassau uit 1627, maar ook de 'Marsbraeck' (= Marhulser Braak) en de vlakbij gelegen "Grolschen Ticheloven',  waar de stenen voor de Groenlose verdedigingswerken werden gebakken. Het 'Brandevelt', waar het in de strijd tussen Groenlo en Eibergen om ging, is onderdeel van het grote Eibergse Veld. De naam herinnert aan een grote veenbrand, die daar toen al lang geleden heeft gewoed. (GldA, AKV 833)
Detail van de ‘landweerkaart’ van Nicolaes van Geelkercken, uit de periode 1628-1656. Het noorden is onder. Groenlo, met het bekende silhouet is boven. Naar beneden, op de kaart links van de weg naar Eibergen, is de (Grolse) galg afgebeeld. Verder vinden we er de ‘Hupseler Beeck’, de natuurlijke grens tussen de kerspelen Eibergen en Groenlo, het voormalige Kwartier van graaf Ernst van Nassau uit 1627, maar ook de ‘Marsbraeck’ (= Marhulser Braak) en de vlakbij gelegen “Grolschen Ticheloven’, waar de stenen voor de Groenlose verdedigingswerken werden gebakken. Het ‘Brandevelt’, waar het in de strijd tussen Groenlo en Eibergen om ging, is onderdeel van het grote Eibergse Veld. De naam herinnert aan een grote veenbrand, die daar toen al lang geleden heeft gewoed. (GldA, AKV 833)

Het Groenlose Verloren Kerkhof heeft mogelijk een oudere geschiedenis. Want zo ongeveer op deze plek vinden we op oude kaarten een gerichtsplaats, al of niet aangegeven met een galg. De terechtgestelden werden hier begraven. De galg stond, zoals vaak gebruikelijk, op de grens van het rechtsgebied van de stad Groenlo en diende dan ook als waarschuwing voor reizigers dat men een ander rechtsgebied betrad. Een van de mij tot nu toe oudst bekende afbeeldingen van een galg op of nabij de bewuste locatie is te vinden op een ongedateerde kaart van Nicolaes van Geelkercken uit de periode 1628-1656, toen deze landmeter in Arnhem actief was. Het is een kaartje gebaseerd op een oculaire inspectie van het gebied, of zoals hijzelf onder de kaart schreef,  dat hij deze ‘doer het gesicht, sonder maete gecartiert’ had, ‘menende tot de sacke genoch te sijn’. Die zaak betreft een geschil tussen Eibergen en Groenlo over het gebruik van het grote Eibergse Veld door burgers van die laatste stad. De kaart is vooral ook van belang voor de landweren in Eibergen en omgeving, maar dat terzijde.

Detail van de kaart van landmeter Wollant, ca. 1780, van de streek tussen Groenlo en Eibergen. Opnieuw is langs een weg naar Eibergen de 'Gerigtplaats' aangegeven, en ook hier zijn weer restanten te vinden van de circumvallatielinie van Groenlo uit 1627. In de bijbehorende beschrijving van het gebied, maakt Wollant overigens géén melding van deze gerichtsplaats. (NA, OSK Y11 S4)
Detail van de kaart van landmeter Wollant, ca. 1780, van de streek tussen Groenlo en Eibergen. Opnieuw is langs een weg naar Eibergen de ‘Gerigtplaats’ aangegeven, en ook hier zijn weer restanten te vinden van de circumvallatielinie van Groenlo uit 1627. In de bijbehorende beschrijving van het gebied, maakt Wollant overigens géén melding van deze gerichtsplaats. (NA, OSK Y11 S4)

Op een kaartje van landmeter Wollant uit waarschijnlijk de jaren ’80 van de achttiende eeuw, waarvan kopieën zijn gebruikt voor de Hottingerkaart (vriendelijke mededeling van Frans Scholten), vinden we de ‘gerigtplaats’ ten noorden van Groenlo (op de afbeelding links) aan een weg door het veld naar Eibergen, nabij restanten van de verdedigingswerken uit 1627. Ook de Hupselse beek wordt er aangegeven.

Detail uit het Kadastraal minuutplan van de gemeente Groenlo, 1828. De bewuste percelen konden niet op het blad (links)bij getekend worden, dus moesten zij apart getekend worden op een leeg deel, erboven. De boerderij 'Breeken' ('Brekeman') ligt er nog en komt nu  bijna aan de nieuwe N18 te liggen. (Via website RCE, Groenlo, Sectie A, 2de blad)
Detail uit het Kadastraal minuutplan van de gemeente Groenlo, 1828. De bewuste percelen konden niet op het blad (links)bij getekend worden, dus moesten zij apart getekend worden op een leeg deel, erboven. De boerderij ‘Breeken’ (‘Brekeman’) ligt er nog en komt nu bijna aan de nieuwe N18 te liggen. (Via website RCE, Groenlo, Sectie A, 2de blad)

Volgens het kadastraal Minuutplan uit 1828 en de bijbehorende Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel, was de stad Groenlo eigenaar van het terreinen met de kadastrale nummers A 590 en A 591. Het eerste terrein was een  dennenbos van 0,6 ha. en het tweede terrein, wordt omschreven als ‘Heide’ en was bijna 4 ha. groot. Op dit laatste terrein bevinden zich zowel het Verloren Kerkhof als een deel van de voormalige vuilstort.

Ik hoop maar, dat de plaatselijke oudheidkundigen tijdens de aanleg van de weg continu aanwezig zijn, want het is helemaal niet zeker dat de ‘verlorenen’ er in keurige rijen werden begraven, maar dat ook onder het nieuwe tracé menselijke resten kunnen worden aangetroffen. Is dat het geval, dan kan ook onderzoek gedaan worden naar de ouderdom van deze Grolse gerichtsplaats en (bijbehorend) Ve-loarne Karkhof.

Bennie te Vaarwerk